Het heeft mij altijd verbaasd hoe men hier in Suriname omgaat met Bekende Surinamers (BS’ers). Degene die het niet verdienen, worden opgehemeld. De mensen die strijden voor een betere maatschappij worden niet herdacht. Zo ook het verhaal van Louis Doedel.
Miskend in eigen land
Het is een van de miskende personen uit de Surinaamse geschiedenis. Louis Doedel was een activist in een tijdperk dat vakbondspersonen zich nog inzetten voor de bevolking van Suriname. Door de Nederlandse regering is er een nevel van onduidelijkheid om de man heen gehangen, maar ook door Surinamers wordt er weinig erkenning gegeven aan wat deze man bereikt heeft voor de maatschappij. Zelfs in Curaçao wordt meer aandacht gegeven aan deze Surinamer, dan in eigen land. De reden waarom Curaçao meer aandacht besteedt aan hem, komt omdat Louis Doedel een aantal jaren er gewoond heeft. Hij vertrok in 1928 samen met andere landgenoten naar het eiland. Het was een tijd van hoge werkloosheid, maar de olie-industrie was er levendig en had dringend werknemers nodig. Doedel vond werk bij de belastingdienst en hier ontwikkelde hij zijn politieke activiteiten als socialist. Langzaamaan wordt hij zich bewust van de armoede, werkloosheid en sociale ongelijkheid. Het is op Curaçao waar zijn aanklachten tegen het koloniale bewind beginnen. Het duurt dan ook niet lang voordat hij in 1931 weer op Surinaamse bodem staat, uitgewezen door de politie van Curaçao.
Terugkomst naar Suriname
Echter is in Suriname weinig werk te vinden en daarom richt Louis Doedel op 25 mei 1931 een Werklozen Comité op. Het comité begint al direct met activisme. Als eerste actie biedt het comité vrijwel direct, met alle eerbied, een petitie aan gouverneur Rutgers. In de petitie wordt gevraagd om een arbeidsbeurs op te richten met aanbestedingen van openbare werken ter bevordering van de werkgelegenheid en het uitgeven van nieuwe landbouwgronden aan werklozen. Wanneer na vijf maanden, in oktober, nog steeds geen antwoord is gekomen van de gouverneur, wordt het duidelijk dat de Nederlandse regering niet gaat reageren. Hierop belegt het comité opnieuw een vergadering en slaat de stemming om. De werklozen gaan in een agressieve stemming de straat op, alwaar de politie met stokslagen de menigte uit elkaar probeert te verdrijven. De politie slaagt er niet in om de menigte te bedwingen en er breken rellen uit. De hongerige bevolking slaat aan het plunderen en twee dagen lang is Paramaribo in de ban van rellen. Dan opeens verklaart de gouverneur dat er veranderingen gaan komen. Er wordt een gesprek aangegaan met het comité, maar zo stelt hij, dan moet het eerst rustig worden. Wanneer Louis Doedel deze lezing voordraagt in het openbaar, komen steeds meer mensen om hem heen staan. De stemming is nog steeds gespannen en de politie ziet deze samenkomst als het begin van nieuwe rellen. Dit keer is de politie bewapend met karabijnen. Er worden schoten gelost op de menigte. Er vallen verschillende gewonden. Er valt een dode. Hiermee keert de rust in Paramaribo weer en is de naam van Louis Doedel definitief bekend bij de gevestigde orde.
Verenigingen een doorn in het oog
Als ware activist blijft Doedel niet stil zitten en richt de Sawo (Surinaamse Arbeiders en Werkers Organisatie) op in 1932. Dat Louis Doedel wist hoe de maatschappij in elkaar stak, is te merken aan het feit dat hij het opricht in een verenigingsvorm, met statuten. Zo werd de vereniging officieel op 8 februari 1932 erkend. De regering weet echter deze vereniging weer te ontbinden op 15 juli van hetzelfde jaar, door infiltranten te gebruiken om ruzie te stichten binnen het bestuur. De vereniging werd ontbonden op de ietwat typische gronden van ‘anti godsdienstige’ propaganda. Toch is het een overwinning voor Doedel. Niet alleen laat hij zijn intelligentie zien, ook zijn kwaliteiten als strateeg worden hiermee duidelijk. Steeds probeert hij het belang van arbeiders onder de aandacht te brengen. Steeds is hij de gevestigde orde een stap voor. Louis Doedel zit telkens niet lang stil en richt hij nieuwe verenigingen op. Hiermee is hij grondlegger van de Surinaamse vakbondenbeweging. Langzaamaan wordt het voor Nederland duidelijk wat er met Louis Doedel moest gebeuren.
Het keerpunt in de regering
Gouverneur Rutgers wordt teruggeroepen door de regering en Kielstra treedt aan. Kielstra is een man van de harde aanpak. Hij negeert publiekelijk de vakbonden en bespioneert alle organisaties. De sfeer in het land wordt steeds grimmiger en de vakbonden worden monddood gemaakt. Er begint duidelijk angst onder de bevolking te heersen en weinige durven nog tegen het gezag in te gaan. Louis Doedel is aangeslagen, maar hij zet door. In deze tijd is Suriname een ‘slavenmaatschappij’ met een verzuiling op basis van religie, klasse, kleur, sekse en afkomst. Opnieuw wil hij een petitie aanbieden. Louis Doedel wordt niet toegelaten tot de gouverneur. Terwijl anderen (blanken) langs hem heen lopen, laten ze Doedel op de bank zitten. De volgende dag smeert Doedel zich in met pimba doti. Gelijkend op een blanke gaat hij weer naar de gouverneur. Daar wordt hij weggejaagd. In een vlaag van woede, laat hij zijn broek zakken en laat zijn blote achterwerk zien aan het paleis van de gouverneur. Hij wordt opgepakt voor het verstoren van de orde. Gouverneur Kielstra neemt een beproefde methode om tegenstanders uit te schakelen. Hij laat Doedel opnemen in de psychiatrische inrichting ‘Wolffenbüttel’.
Psychiatrische opname
In die tijd was het gewoon om (agressieve) patiënten door middel van elektrische stroomstoten te genezen. Elektroden werden op beide zijkanten van het hoofd geplaatst. Een stuk hout werd tussen de tanden geklemd. Even flikkerde het licht wanneer de schakelaar werd omgezet en de patiënt verkrampte door de voltage die door het hoofd en lichaam stroomde. Een andere methode was om een patiënt aan handen en voeten te boeien en vervolgens koude baden te geven van 48 uur of langer. Het was een periode waarin farmacologie in opmars kwam en er werd dan ook veel geëxperimenteerd met medicatie. De uitwerking was niet altijd goed bekend onder de artsen. Het is niet bekend wat er met Louis Doedel is gebeurd. Welke behandelingen hij kreeg. Er is immers nooit een medisch rapport opgemaakt ten tijde van zijn opname of in de beginperiode van zijn opname. Waarschijnlijk zal hij zich verzet hebben. Wel is bekend dat hij regelmatig probeerde hij weg te lopen. Maar Doedel werd in de inrichting gebroken.
Nieuwe helden
Begin 1980 had Suriname helden nodig. Louis Doedel werd opgezocht, maar de man heeft niets meer te bieden. Gebroken tot een hoopje mens na 43 jaar in een psychiatrische inrichting. Er wordt besloten dat hij in vrijheid gesteld wordt, maar dat hij ongeschikt is om als held op te treden. Een paar dagen na zijn vrijlating sterft hij. Wellicht is de reden dat er weinig belangstelling bestaat voor Louis Doedel, vanwege de gelijkenis die tegenwoordig bestaat met de tijd van nu. De media wordt monddood gemaakt door de overheid. De verzuiling die binnen de Surinaamse maatschappij bestaat, wordt onderhouden doordat bevolkingsgroepen tegen elkaar worden uitgespeeld. Vrouwen worden nog steeds als tweede klas burgers gezien en keuzes worden genomen op basis van afkomst. Suriname is zijn financiële basis aan het verliezen en er wordt veel geëxperimenteerd met farmacologie zoals alcohol, crack en doktersvoorschriften tegen diabetes of hartfalen. Een regeringsleider die in gelijkenis van de koloniale gouverneurs zijn machtspositie bevestigt met het buitenspel zetten van tegenstanders, angst en vriendjespolitiek. Misschien heeft Suriname behoefte aan een nieuwe socialist. Een nieuwe Louis Doedel. Maar pas op. Doe geen domme dinges.