De rechter heeft beslist dat het Openbaar Ministerie het geldbedrag van SRD 536.000, namelijk de koopsom, moet terugbetalen aan de wettelijke eigenaar van de Venezolaanse boot. Dit vaartuig werd medio september in de Surinaamse wateren onderschept met bijkans 100.000 liters benzine aan boord. Deze werd vervolgens doorverkocht aan een Surinamer voor een bedrag van meer dan SRD 150.000.
Via de kantonrechter wilde de eigenaar van Venezolaanse afkomst de boot terugkrijgen. Dat was de voornaamste eis. Dit werd echter afgewezen, omdat de boot niet meer in handen was van de Staat, maar reeds verkocht was. De eiser stelde vast dat de Justitie geheel onterecht had gehandeld door de boot weder te verkopen. Een bron deelde Dagblad Suriname mee dat de volgende stap van de eiser zal zijn inbeslagname van de boot. Deze kwestie zal vervolgens aangevochten worden. De boot namelijk op naam van de Venezolaan, die inmiddels naar zijn land is vertrokken. Het verschuldigd bedrag moet voldaan worden aan de wettelijke vertegenwoordiger in Surinamer.
De boot werd door de Maritieme Politie in beslag genomen op verdenking van smokkel. De 5 bemanningsleden en de kapitein werden voor enkele dagen achter slot en grendel geplaatst. Na de gevangenneming van de kapitein en bemanningsleden bleek dat de boot verkocht was, terwijl de buitenlanders nog in de cel zaten. Aan hen werd door de justitiële autoriteiten gevraagd Suriname zo snel mogelijk te verlaten. Hun tickets waren al in orde. De buitenlanders weigerden te vertrekken en eisten dat de boot aan hen werd teruggegeven.
De bemanningsleden hadden eveneens een boete opgelegd gekregen van USD 15.000 door het OM. Deze boete zou zijn betaald zonder hun medeweten. Door wie dat is geschied, is nog steeds een vraagteken. Het geld voor het kopen van de boot is op het politiebureau betaald. Er zou contant een bedrag zijn neergeteld van meer dan USD 150.000, inbegrepen de duizenden liters olie aan boord. De boot met lading zou een waarde hebben van miljoenen US dollars. De boot inclusief de olie is opgekocht door een persoon die in de benzinebranche actief is en over eigen ondernemingen beschikt. Door de dienstdoende politiefunctionaris tevens het hoofd van de afdeling Fraude werd de verkoop toegegeven. Volgens hem zou sprake zijn van een enorme milieuramp en ernstige calamiteiten indien niet snel gehandeld zou worden. Gesteld werd dat er water stroomde in de boot vanwege de lekkages die deze zou hebben. Dit werd echter ontkend door een andere persoon, die ook geïnteresseerd was in het kopen van de boot. Het feit dat dit boot een lek had, leverde geen reden voor het OM om onrechtmatig deze boot te verkopen. De kapitein heeft ook steeds aangegeven dat hij nimmer afstand heeft gedaan van de boot. Hij heeft op het OM documenten moeten ondertekenen zonder dat er een tolk aanwezig was.
Asha Gajadien-Bhagwat
