In ons geliefd Suriname lopen ontwikkelingsprojecten en programma’s die door de Staat worden geinitieerd erg stroef of vele van deze activiteiten lopen vaker uit op een fiasco. Het gaat in deze om zowel productie gerichte activiteiten als activiteiten gericht op innovatie van het onderwijs, de rationalisatie van het overheidsapparaat, de gezondheidsector etc. Het is daarom van groot belang te onderzoeken en vast te stellen welke oorzaken niet alleen, maar ook welke gevolgen dit alles voor de ontwikkeling van het land heeft. Ik zal in dit artikel een poging wagen om enkele naar mijn inzichten remmende factoren bloot te leggen. Ik wil benadrukken dat ik enkel zal ingaan op de ontwikkelingsactiviteiten vanuit de overheid geinitieerd.
De overheid
Allereerst is het van belang een quickscan te maken van het overheidsapparaat om te kunnen vaststellen of dit apparaat in staat geacht moet worden sturing te geven aan de core business, namelijk het kwantitatieve en kwalitatieve leiding geven aan de sociaal-economische, educatieve en culturele ontwikkeling van het land.
Let wel, er is reeds vastgesteld dat vele projecten en of programma’s vanuit de overheid geinitieerd in duigen zijn gevallen.
De oorzaken kunnen liggen op vele gebieden. Zo zie ik de politiek zoals die in Suriname gevoerd wordt als de grootste boosdoener. Het is de politiek die leiding geeft aan de overheid. De politiek kiest niet primair ervoor kaders aan te trekken die op basis van een visie, kennis en ervaring richting geven aan het overheidshandelen. De politiek, met name de populistische politiek kiest ervoor loyalisten op vitale posities te benoemen met het gevolg dat de primaire taak van de overheid niet goed tot uitdrukking komt. Er wordt vaak geen diepgang welke gebaseerd is op vooraf gestelde doelen gegeven. Besluiten worden genomen op basis van vaak achterhaalde inzichten die absoluut in vele gevallen een ideologische conceptie ontberen. Ideologische conceptie garandeert voor elke ontwikkelingsactiviteit duurzaamheid en zichtbare integrale ontwikkeling. Ideologische conceptie staat lijnrecht tegenover kortzichtige, ‘ad hocerige’ en dus populistische conceptie die kortetermijndoelen nastreeft. Ik verafschuw deze vorm van beleidsbenadering. ‘Maar goed’.
De overheid wordt geteisterd door een grote mate en structurele vorm van patronage-achtige relaties die in alle vormen van corruptie uitmonden.
Beleid
In de afgelopen 30 jaren zijn tal van langetermijnplannen ontwikkeld bij de overheid. De plannen zijn in de meeste gevallen ontwikkeld door een consultant. Wij zien dat er geen ownership bestaat voor wat deze plannen betreft, waardoor in de meeste gevallen de goede plannen onuitgevoerd blijven. Er is haast geen sprake van continuïteit van de plannen omdat andere consultants in de hand genomen worden om nieuwe plannen te schrijven. Vaak wordt geen gedegen evaluatie gemaakt van de bestaande plannen. Als je de vele meerjarenontwikkelingsplannen aan een evaluatie onderwerpt zal absoluut blijken dat er niet eens 30% van de voornemens gerealiseerd zijn. De consultants verdienen grote bedragen aan de plannen die zij voor de overheid maken en hebben er baat bij dat de overheid de armoedige positie aan kwalitatief en bekwame kader behouden. De overheid zelf doet weinig eraan om topkader goed te belonen. Dit alles maakt dat de positie van de consultant vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw steeds sterker wordt en de overheid steeds in een penibele positie wat betreft het maken en uitvoeren van beleid wordt gedreven.
Laat mij vaststellen dat de consultant policy geen uitvinding is van Suriname, maar juist is overgewaaid van de ontwikkelde landen waar er een overvloed aan hoog opgeleide en vooral bekwame technocraten te vinden zijn. Bij de creatie van de nieuwe wereldorde (sociaaleconomisch bezien) hebben de rijke landen via onder andere de Bretton Wood instituten regels geïntroduceerd hoe in- en uitstroom van financiele middelen in de ontwikkelingslanden plaats moeten vinden. Daarbij is rekening mee gehouden dat er periodiek werkgelegenheid gecreëerd wordt en wel in de vorm van consultancy, voor het kader in die landen die niet door de eigen overheid gefaciliteerd kunnen worden.
Deze strategie, die ik typeer als een vorm van neo-kolonialisme en dus kapitalistisch van aard is, is gemondialiseerd. De consultant vormen in de meeste ontwikkelingslanden een zeer kleine groep die een elitaire status bezitten. In Suriname is dit beeld ook duidelijk zichtbaar. In Suriname zien wij de consultant zich linken aan de politieke partijen en vaak als financierder optreden naar de partijen toe. Wie de overheid van de laatste 30 jaren vergelijkt met de jaren daarvoor zal opmerken dat in ons land het hoog opgeleide en bekwame kader in die periode bij de overheid werkzaam was. De planning van overheidswege geschiedde voor het grootste deel binnen de ministeries zelf. Topdeskundigen die voor bepaalde projecten bijgehaald werden, hadden een sterke en deskundige counterpartgroep tegenover of naast zich. Die groep vormde ook de kwalitatieve (kennis, kunde en maatschappelijke positie) middenklasse. Er was een zeer goed functionerend planbureau en de uitvoerders van het beleid waren in de meeste gevallen geroepen voor het werk. Ik wil opmerken dat behalve de sterke consultantwereld tegenover de zwakke overheid, het ook een feit is dat het politieke systeem de algehele zwakke positie van de overheid mede heeft bepaald. Het zuiver parlementaire systeem herbergt in zich een grotere mate van checks and balances. Een minister of een hele regering die corrupt is kan met een motie van wantrouwen naar huis gestuurd worden. Dit betekent dat de ministers in dat systeem beter zullen letten op het correct handelen. Onder meer om deze reden blijf ik oproepen om het zuiver parlementaire stelsel wederom in te voeren.
Concluderend kan gesteld worden dat een zwakke overheid tegenover een sterke cosultantwereld geen garantie biedt voor succesvol realiseren van ontwikkelingsdoelen door de overheid geinitieerd. Tegen deze achtergrond moet zeker gezien worden de vele mislukte pogingen om de Staatsapparaat te herstructureren, het onderwijs en de gezondheidszorg te innoveren en ga maar zo door.
Bert Eersteling