Fractieleider Ronnie Asabina van de Broederschap Eenheid in Partij (BEP) verwacht niet anders dan dat Andy Rusland zijn voorgangers (Wonnie Boedhoe, Adelien Wijnerman, red.) evenaart. ‘De sociale controle op hem zal heel groot zijn en de meetlat zal ook hoog worden gehouden. Hij moet zijn voorganger kunnen evenaren, vooral als we aankijken tegen het gegeven dat een belangrijk deel van het volk er niet in gelooft dat zij (Boedhoe, Wijnerman, red.) vanwege mismanagement, onbekwaamheid en ondeskundigheid de laan zijn uitgestuurd’, zegt Asabina. Het assembleelid geeft als eerste advies aan de nieuwe minister van Financiën dat hij zijn invloed aanwendt, zodat het concept van de goudbelastingwet het parlement bereikt.
De belangrijkste uitdaging voor Rusland ligt volgens Asabina in het gegeven dat het ministerie van Financiën bij uitstek het centraal zenuwstelsel is van de regering. Dit ministerie moet uitblinken in verantwoordelijkheid, zorgvuldigheid en betrouwbaarheid. Op het gebied van onze liquiditeit- en solvabiliteitspositie wenst de samenleving helder en concreet geïnformeerd te worden. De parlementariër doelt daarbij op het beschikbaar zijn van betrouwbare cijfers als ook projecties en prognoses op korte termijn. Elke bewindsman doet volgens Asabina er goed de comptabiliteitswet in acht te nemen, dat geldt dus ook voor de nieuwe Financiën bewindsman. Ook moeten bewindslieden transparantie en voorspelbaarheid van beleid hoog houden. Een tweede advies aan de minister is dat hij zo gauw als mogelijk de resultaten van de quick scan of doorlichting van staatshuishouding deelt met de samenleving.
De parlementariër is van oordeel dat men moet ophouden om alleen met de mond te belijden dat het ons goed gaat op financieel- economisch gebied. ‘Ik vind het verwerpelijk om in dit kader alleen te verwijzen naar de macro-economische indicatoren. Deze zienswijze leeft op gespannen voet met het gedachtegoed van de regering, welke erop neerkomt dat wanneer men praat over ontwikkeling, de mens centraal staat’, concludeert Asabina. Het assembleelid haalt het spanningsveld aan tussen het kleiner worden van de kloof tussen rijk en arm en de toegenomen arbeidscreatie, dat de regering aanmerkt als verworvenheid, terwijl er echter nog steeds sprake is van werkloosheid met name de jeugdwerkloosheid. Voorts blijkt ook dat het aantal aanvragen van leningen, die vallen onder de noemer risicovolle leningen, is afgenomen. Asabina: ‘Hoe staat het met de industriële productie, met welk percentage is de informele economie afgenomen en is de productiviteit toegenomen. Hoe staat het met het ondernemers- en consumentenvertrouwen. Op welke wijze profiteert de rijstsector van de groei. Op welke wijze profiteert de huizenmarkt van de economische groei; zijn de prijzen van grond en huizen afgenomen. Hoe is met de huurpenningen, zijn ze afgenomen?’ Het gaat er volgens Asabina om dat de gemiddelde burger de zo bejubelde economische groei in zijn portemonnee behoort te voelen. Het ligt aan de regering om duidelijk te maken of de koopkracht is toegenomen, dan wel het besteedbaar inkomen is toegenomen. De BEP-fractieleider geeft de nieuwe bewindsman het voordeel van de twijfel en spreekt de hoop uit dat het gezegde ‘nieuwe bezem veegt schoon’ tot zijn recht mag komen.
