Binnen elke samenleving zullen er ongetwijfeld personen zijn die vanwege hun aard en hun functie binnen de samenleving ten opzichte van de medemens, tot goed voorbeeld kunnen dienen voor anderen. Een voorbeeldfiguur dus. Deze personen kunnen onder meer voortkomen uit de sportwereld, de padvinderij of ook vanwege hun onbaatzuchtige maatschappelijke activiteiten en binnen de politieke arena. Op bepaalde momenten wordt een keurkorps uit die veelheid van personen specifiek geëerd en wordt hen een onderscheiding toegekend. Natuurlijk moeten die personen aan bepaalde criteria voldoen. Iedere vooruitstrevende persoon zal wellicht willen kiezen voor een beroep, waar hij of zij van houdt met de kennelijke bedoeling voor zichzelf en zijn naasten welvaart en welzijn zien te bewerkstelligen. Wij mensen zijn op aarde om te dienen en niet om gediend te worden. Wij zijn op aarde om ons vermogen en wijsheid die door de schepper van hemel en aarde aan ons zijn geschonken adequaat te gebruiken ten behoeve van elkaar. Wie zich verheft, zal ook wel vernederd worden en wie zich vernedert, zal door de schepper worden verheven. Het blijkt dat de mens verscheidene basisoverwegingen hanteert om personen in aanmerking te doen komen voor bijzondere onderscheidingen vanwege bewezen diensten of anderszins. Bij de sportactiviteiten bijvoorbeeld blijkt dat er hoofdzakelijk sportlieden, die deelnemen aan competities en daarbij bijzondere prestaties leveren, in aanmerking komen voor bijzondere onderscheidingen. De trainer daarentegen, die het individu moet vormen, komt vrijwel nooit voor enige onderscheiding in aanmerking. In de padvinderij zijn het de akela’s, de leiders dus die de jongelingen het juiste pad aanwijzen welke hen moet leiden tot moedige, vaardige en zelfstandige burgers in een beschaafde samenleving die in aanmerking komen voor enige onderscheiding, indien hun prestaties duidelijk en zichtbaar zijn geweest. In gevallen waarbij wij belangeloos adequate hulp bieden bij sociale wantoestanden waaronder onze medemensen moeten leven, dan is dat een heldendaad. Indien blijkt dat iemand vrijwillig en belangeloos gedurende een lange reeks van jaren sociaal werk heeft verricht, is die persoon in de ogen van velen zeer zeker een held. Maar als men voor enig maatschappelijk beroep met sociaal karakter kiest met een daaraan verbonden een redelijke bron van inkomsten, dan betoont betrokkene daarmee slechts liefde voor die richting. Dus het verrichten van sociaal werk in dat opzicht voldoet niet aan een waardig criterium als te zijn een heldendaad. Het beroepsmatig handelen is heel wat anders dan het verrichten van een liefdevolle daad. Anders is dat bij serviceclubs, waarbij de leden maandelijks contributies betalen en zich belangeloos inzetten ter realisering van sociale projecten ten behoeve van delen van de samenleving. Kiwanis Club Tourtonne als een der bovengenoemde clubs mag bij deze als voorbeeld worden genoemd. Iedere volksvertegenwoordiger en leden van de Raad van Ministers alsook een staatshoofd worden door het volk verkozen om het land en volk naar hun beste vermogen en wijsheid te leiden naar voorspoed. Zij worden dan naar rede van hun zware taak en verantwoordelijkheid die allen dragen ook adequaat beloond. Zij hoeven daardoor nog geen helden te worden genoemd. Maar zulks kan wel het geval zijn voor leiders die hun leven op allerlei wijze hebben geriskeerd door onder andere zware strijd te hebben geleverd ter verwezenlijking van rechtvaardigheid voor de medemens. In deze mogen worden genoemd Mahatma Gandhi, Maarten Luther King, F.Kennedy en Nelson Mandela. Ook in Suriname zijn er volgens onze geschiedenis enkele personen die als hele helden mogen worden genoemd. Politieke leiders die veel meer voordeel uit de politiek voor zichzelf hebben weten te trekken, mogen absoluut niet voorbeeldige figuren gelden voor een beschaafde samenleving. Een zalig uiteinde en een voorspoedige 2014 toegewenst aan de gehele Surinaamse bevolking. Suriname ga zo voort!
Edward Marbach