Dat er kritiek is op de regeringspartij is normaal in de Surinaamse politiek, maar ook elders. Men gaat immers gemakkelijker in op de maatschappijproblematiek zoals die er op het betreffende moment uitziet. Minder gebruikelijk is het wanneer een regeringspartij haar belangrijke troef inzet om zwaar af te geven op een partij die zit in de oppositie. Door de NDP-voorzitter is bij de jaarafsluiting een zwaar offensief ingezet tegen de oppositiepartij VHP en haar voorzitter. De bewoordingen die daarbij zijn gebruikt zijn niet mals. Woorden als gangster en ‘fufurumang’ zijn gevallen. Uiteraard moet de burgerij beseffen dat het gaat om een spel, het politieke spel van verdedigen en aanvallen. De minder geoefende toeschouwer zal denken dat er een vijandigheid bestaat, maar dat is het niet. In elk geval moet toch wel gelet worden op wat men zegt. Het district Wanica heeft niet evenveel zetels als Paramaribo, maar toch lijkt dit district een zwaar slagveld te worden tussen de NDP en de VHP. De wijze waarop de NDP-voorzitter frontaal in de aanval ging duidt erop dat men een geduchte tegenstander heeft in deze partij. Een tegenstander die meer zal vergen dan conventionele middelen. Opmerkelijk is dat bij de evaluatie de voorzitter zijn partijgenoten heeft beoordeeld met een ‘ronduit slecht’. In de eerste plaats ging het om de parlementariërs. Er zou ruim mogelijkheid zijn om quorum te verkrijgen in DNA op eigen kracht, maar toch zou het niet lukken. Men moet dus minder in het buitenland zijn. De NDP-DNA-leden laten het afweten. Een andere conclusie van de partijvoorzitter is dat de structuren zwak zijn c.q. zwak functioneren, omdat de leidinggevenden zwak zijn. NDP’ers zouden jaloers zijn op elkaar en elkaar aanvallen. Dit zou gebeuren wanneer NDP’ers de mogelijkheid van de regering krijgen, kennelijke via rechtmatige en onrechtmatige gunningen, om geld te maken. In het voorstuk was door de voorzitter een lange lijst projecten opgenoemd en ook middels een spot gepresenteerd, waarvan duidelijk is dat een aantal daarvan nog in de planningsfase of voorbereidingsfase ligt. De NDP-voorzitter gaf aan dat er veel boycot is wat betreft de implementatie van projecten. De vraag rijst van wie de boycot afkomstig is. Als de partijvoorzitter zegt de NDP de grootste vijand van zichzelf is, dan zou het best wel kunnen dat de boycot binnen in de partij is. Of het zou kunnen liggen aan de restanten van de oppositie op de ministeries. Maar uit de woorden van de partijvoorzitter blijkt niet dat hij ontevreden is over de regering (die afhankelijk is van activiteit vanuit de ministeries). Er zijn geluiden dat NDP-leidinggevenden een scheve schaats rijden, maar men gaat niet diepgaand op onderzoek uit. De partijvoorzitter gaf aan dat er leidinggevenden zijn die niet functioneren volgens de regels die door de partijtop zijn afgevaardigd. Deze partijregels doen ons denken aan ethische codes of aan instructies ten aanzien van besluiten die genomen zijn ten aanzien van de politieke coördinatie in de ressorten en districten.
Opmerkelijk was toch het hoofdstuk van de VHP. De NDP-voorzitter heeft doen blijken dat het onvoorstelbaar is dat een partij als de NPS nooit kan opstaan en applaudisseren voor exponenten van de VHP. Concreet is het onvoorstelbaar voor hem dat NPS’ers opstaan om een presidentskandidaat als de huidige voorzitter van de VHP te verwelkomen. Waarom dat onmogelijk is, is zo een beetje in het midden gebleven, maar de spreker liet wel blijken dat de NPS dan toch wel gevallen is om zo ver te gaan. De burgerij heeft het op de staatstelevisie gehoord en het is ook aan de burgerij om uit deze uitspraken conclusies te trekken (maar geen overhaaste). Opmerkelijk was ook de uitspraak dat niemand de NDP-voorzitter meer voor de rechter kan brengen. Dat is dan wel tegenstrijdig wanneer aangehaald wordt dat VHP-toppers, kennelijk in Wanica, gronden hebben afgepakt van burgers die in het bezit waren van een grondbeschikking. De vraag rijst waarom de president van het land met deze kennis nooit instructies aan zijn RGB-minister heeft gegeven om te rehabiliteren. De partijvoorzitter die regeerverantwoordelijkheid heeft, heeft ons niet verteld hoe hij deze gedupeerde burgers gaat tegemoet komen. Of moet deze regering zich niet bemoeien met wat onder de vorige regering is gebeurd? Waarom is deze zaak nooit aan de orde gebracht in DNA? Dit afpakken van grond is uiteraard enorm af te keuren. Onduidelijk was de uitspraak van de partijvoorzitter over een ambassadeur hier die een ‘tjutja’ zou regelen. Deze uitspraak werd gedaan toen de VHP-voorzitter werd besproken, die steun zou hebben van de ‘wit’mang’. Onduidelijk was ook een uitspraak over het planten van oker (in verband met een 60ha gemeenschapslandbouwgrond), die overigens wel enige reactie van het publiek ontlokte. Ten minste 1 NDP’er heeft het gehad over het indrukken van de kop van de etnische politiekvoering. Is het daarom dat er enige onenigheid is met de Abop en de PL? Ook is opgemerkt dat Suriname opeens sinds deze regering bekender is regionaal. Als men googlet dan zien we inderdaad veel berichten over Suriname, maar de manier waarop onze president steeds wordt neergezet is heel vaak negatief, waarbij vaak gerefereerd wordt aan drugs en de decembermoorden. Dit jaar is nog bijgekomen de zaak van de zoon van de president. Allemaal publiciteit dat ons land inderdaad op de kaart heeft gezet.
Van de vorige sprekers stelde het meest teleur een DNA-lid dat intussen vergeten is waarschijnlijk dat hij ook een controlerende taak heeft. De meeste indruk maakte de inbreng van de jongerenvoorzitter, die nuchter constateerde dat ook vanuit het leiderschap degelijkheid moet zijn. Hij waarschuwde voor eigen belang en individualisme. Ook de DNA-voorzitter waarschuwde voor eigen belang en het regelen van zichzelf of de eigen familie door de top. Een goede terugblik noopt de verantwoordelijke partijgenoot om die zelfkritiek aan de orde te brengen.