Het ministerie van Handel en Industrie (HI) kan de import van de energydrank Cocaïne niet verbieden. ‘Een ongelukkig gekozen naam van een product, hoe verwerpelijk dan ook, valt helaas niet onder de gronden om de import van een product te verbieden’, zegt het ministerie in een persbericht. De Wet Goederenverkeer van 2003 en de daaraan gekoppelde Negatieve lijst regelen de gronden waarop de import van goederen kunnen worden verboden. Deze zijn verstoring van de openbare orde en zedelijkheid, nationale veiligheid, volksgezondheid, milieu en internationale rechtsorde.
‘Grote delen van de gemeenschap en zeker de regering hebben uit moreel-ethische overwegingen ernstige bezwaren tegen de naam Cocaïne, voor welk product dan ook dat in Suriname aan de man wordt gebracht. Het ministerie zal voortdurend in overleg zijn met importeurs om te zorgen dat de producten in dit land voldoen aan de moreel-ethische normen van de samenleving. Op importeurs wordt een beroep gedaan om, in gevallen waar wettelijke voorzieningen bepaalde handelingen niet verbieden, zich te laten leiden door de ethische en religieuze normen. Intussen worden maatregelen getroffen om de wettelijke regelingen ter zake aan te scherpen’, meldt de afdeling Voorlichting van het ministerie van HI.