‘Wat het ondernemerschap in Suriname betreft, gaat het goed’, aldus Shaam Binda. “Er zijn veel meer mensen aan het ondernemen, maar het is allemaal, om het zo te noemen, in de informele sector.” Volgens Binda is de informele sector steeds meer een concurrent aan het worden van de formele sector. “Het zijn mensen die geen belasting afdragen maar toch handel drijven en zaken doen. Kijk maar naar de advertentiebladen. Die worden steeds dikker, omdat er steeds meer mensen zijn die goederen van huis uit verkopen. Die diensten verlenen zonder dat ze een bedrijf hebben en dat wordt zo geaccepteerd.” Velen kiezen ervoor de informele sector in te gaan, omdat ze dan minder verplichtingen hebben.
Chaos en wanorde
Volgens Binda maken steeds meer mensen gebruik van de informele sector. “Ook met betrekking tot productie zie je dat veel bedrijven niet geregistreerd staan. Maar die producten staan wel te koop in de supermarkt.” Hij geeft aan dat er geen duidelijke etikettering is bij dit soort producten. “Er is geen adres op vermeld, soms een telefoonnummer waarbij mensen ook moeilijk te bereiken zijn. En dan staat ook nog eens niet de juiste informatie voor de consument op de etiketten.” Volgens Binda zijn het allemaal tekenen van chaos en wanorde in de samenleving. “Het is jammer voor de reguliere ondernemers die zich houden aan allerlei regels wat betreft werktijden en dergelijke.” Binda geeft aan dat het ook niet goed is voor de Staat daar zij belastinginkomsten mist.
‘We willen niet meer naar meetings’Hij haalt het voorbeeld aan van de Onafhankelijkheidsviering te Para. “Op dat soort dagen floreren ze. Overal zie je het, de busjes, de kraampjes. Enkele dagen daarvoor was de weg al helemaal bezet. En duizenden mensen komen langs die wegen dus er wordt veel geld verdiend, waarvan er niks wordt afgedragen aan de overheid.” Volgens Binda heeft het land een goed en voorspelbaar beleid nodig. “Er wordt alleen maar gepraat en gepraat. Naar sommige meetings willen wij van Akmos niet eens meer naar toe, omdat we eigenlijk van te voren al weten dat het toch niks wordt!”