In de politiek wordt kennelijk vanwege de beïnvloeding van de politieke opinie vanuit voornamelijk Nederland, de remigratie en de materiële ondersteuning, steeds meer waarde gehecht aan de Surinamers in diaspora. Zo nu en dan poetst de regering haar blazoen op door een Surinamer in diaspora te decoreren en te betrekken in een project. Maar duurzaam is daarmee geen effect te sorteren in het buitenland, met name Nederland. Men is opgegroeid en opgevoed in een samenleving waar mondigheid de norm is. De grenzen van de maatschappelijke toelaatbaarheid liggen anders dan hier in Suriname. Het concept van de Wet Personen van Surinaamse Afkomst en de Rechten en Plichten die daaruit voortvloeien (Wet PSA) moet in dit kader worden geplaatst. De Wet PSA benadert in grote lijnen het concept van het dubbele paspoort dat als grote profeten had de coryfeeën van het idealistische Kleurrijk elftal tweede helft jaren ’80 onder Hasnoe en de jurist vreemdelingenrecht Ahmadali. Het dubbele paspoort werd toen begrepen als de mogelijkheid om legaal in het bezit te zijn van een Surinaams paspoort naast het Nederlandse paspoort. Het Surinaamse paspoort zou puur dienen voor sportdoeleinden. voornamelijk voetbal. Het was een periode waarin het krioelde van de zwarte Surinamers (en een paar (halve) Hindoestanen en Javanen) op de Nederlandse voetbalvelden. Serieus werd het onderwerp en het juridisch huiswerk gemaakt vanuit Nederland niet genomen. In de eerste plaats keek men naar de Surinamers die hier voetbalden: wat zou er met hun gebeuren? Maar in de politiek vond men de sportbasis te smal om alleen op basis daarvan een publieke discussie te ontketenen. Men vond dat naast voetbal er meer ‘waardevollere’ overwegingen moesten zijn om de schaarse capaciteit van de DNA ertegen aan te gooien. En andere overwegingen dan de sport kwamen er niet, totdat in meerdere mate Nederlandse afdelingen van politieke partijen actiever werden. Maar op de politieke podia werd steeds ook de oproep gedaan naar terugkeer van kader. Het concept geeft zelf aan dat het doel van de wet is om de relatie vast te leggen tussen Suriname en alle mensen die van Suriname afkomstig zijn, zonder onderscheid, en om deze personen van Surinaamse afkomst (PSA) in aanmerking te doen komen voor voorzieningen die de Staat Suriname beschikbaar maakt voor PSA. Deze doelstelling gaat niet uit van een behoefte in relatie tot het algemeen belang, maar van een ideëel doel en het faciliteren van de Surinamer in diaspora. De wet noemt nu drie categorieën die de status van PSA kunnen aanvragen/activeren, maar kennelijk is er daarbij iets als een cirkeldefinitie in vervat: de wet verwijst voor een verduidelijking naar een onduidelijkheid althans de wet verwijst naar een wetsonderdeel dat niet bestaat. Ook is de wet hier en daar inconsequent door te praten over ‘personen van Surinaamse komaf’ – dat gedefinieerd is – en personen ‘afkomstig’ van Suriname die de discussie meer duwt richting het dagelijks gebruik die men op straat hierover zou hebben. Bovendien zien we in de wet als een basiscriterium het hier in Suriname geboren zijn, maar voor kinderen en kleinkinderen van personen die niet in Suriname zijn geboren maar wel eens de Surinaamse nationaliteit heeft gehad, zou er een wel behoefte kunnen zijn om ook tot de PSA te worden gerekend. De wet zou voor zover toepasselijk meer aansluiting kunnen zoeken bij de Toescheidingsovereenkomst (artikel 5) evenals (de uitvoeringsregelingen van) de Wet Naturalisatie en Ingezetenschap en (van) het Decreet/Wet Werkvergunning om de PSA-status te definiëren, zodat die in lijn blijft met het al bestaande wettelijke kader en in de uitvoering niet voor discrepanties zorgt.
Ten aanzien van de rechten zien we dat die betrekking hebben op de visumvereiste/de toeristenkaart, toelating tot Surinaams grondgebied (met strafrechtelijk ingegeven beperkingen), hulp bij Surinaamse ambassades, een kort verblijf van maximaal 6-12 maanden en de mogelijkheid om zich als ingezetene in te schrijven. Er is ook een recht van vrijstelling van werkvergunning. Dit laatste zou een vooruitgang betekenen, omdat personen van Surinaamse origine nu vrijstelling genieten van het werkvergunningvereiste alleen als ze remigranten zijn, dus eenvoudig gezegd hun werkelijke woon- en verblijfplaats hiernaar toe verplaatsen (dus zich hier als ingezetene inschrijven). Bij inwerkingtreding van deze wet zou men zonder als remigrant te zijn aangemerkt, al een baan kunnen vinden vrij van werkvergunning. Vreemd is in deze wet wel het recht op permanent verblijf (dus als het ware met een verblijfsvergunning zonder vervaldatum), hetgeen nu herkenbaar is in de Vreemdelingenwet 1996 als de vestigingsvergunning. De vraag rijst of de betreffende bepaling de procedure ter verkrijging van de vestigingsvergunning (normaliter aan te vragen na 5 jaren legaal verblijf te lande) vervangt wat de PSA betreft en of dit kan zonder dat enige aanpassing in de Vreemdelingenwet 1996 hoeft plaats te vinden.
De Wet PSA maakt in het concept nu al ruimte voor meer rechten. De uitleg geeft niet aan welke rechten men zou kunnen denken, maar het zou kunnen gaan om ‘benoembaarheid in de openbare dienst’, verkrijging van domeingrond onder de titel grondhuur, het kunnen inschrijven bij KKF/oprichten van een bedrijf zonder een Surinaamse counterpart, uitzetting vanwege de vreemdelingenwetgeving, uitlevering in geval van een strafbaar feit, sociale zekerheid (AOV, ziektekostenkaarten, kinderbijslag) en onderwijs (inschrijving) en het recht om te kiezen bij de algemene, vrije en geheime verkiezingen. Het is nodig dat de initiatiefnemers zonder zich te beknotten in hun vrijheid om het onderwerp in het vervolg ongemoeid te laten, ons een indicatie zouden kunnen geven welke rechten vooralsnog uitgesloten zijn voor vreemdelingen. De wet is wel duidelijk door te stellen dat men Surinamer moet zijn om zich te laten kiezen tot DNA-lid of rr-lid. Voor het (vice)presidentschap en lid te zijn van de rechterlijke macht met rechtspraak belast of pg is er ook geen ruimte gelaten tot benoembaarheid. In welk kader de Wet PSA de nationale voetbalselectie kan dienen, is onduidelijk, tenzij het PSA-document als een paspoort in de zin van de Fifa kan worden aangemerkt.