Op 2 oktober 2013 heeft de Secretaris-Generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), Jose M. Insulza, de nabestaanden van de op 8 december 1982 door het militaire regiem onder leiding van Desi Bouterse vermoorde 15 vooraanstaande Surinamers, schriftelijk bericht dat de OAS geen bemoeienis heeft met de in Suriname door de regering in te stellen waarheids- en verzoeningscommissie. In de omstreden Amnestiewet van april 2012 wordt voorgeschreven dat “onmiddellijk na afkondiging” van die wet een waarheids- en verzoeningscommissie bij wet moet worden ingesteld.
Het schrijven van de Secretaris Generaal is het formeel antwoord op een schrijven zijdens de nabestaanden waarin zij de Secretaris-Generaal om uitleg verzocht hebben over de vraag hoe het mogelijk is dat het OAS Secretariaat, volgens Minister Lackin, mede uitvoering zal geven aan de Amnestiewet 2012, terwijl het Inter-Amerikaans Hof voor de rechten van de mens reeds 20 jaar elke amnestiewet op het Amerikaans continent categorisch ongeldig heeft verklaard.
De Secretaris-Generaal deelt de nabestaanden mede dat na de “fact-finding mission” van de heer E. Reis in juli 2012, de OAS “geen enkele andere actie heeft ondernomen” in verband met de waarheids- en verzoeningscommissie in Suriname.
Het schrijven van de Secretaris-Generaal logenstraft dus de herhaaldelijke beweringen van de Minister van Buitenlandse zaken de heer Winston Lackin, als zou “met ondersteuning van de OAS” gewerkt worden aan de instelling van de Commissie en dus uitvoering geven worden aan de Amnestiewet.
Lackin deelde in juni 2013 nog mede dat eind die maand “een bijeenkomst zal worden gehouden met alle betrokken groepen en maatschappelijke organisaties. Ook een delegatie van de OAS zal aanwezig zijn bij deze conferentie”. “Het ligt in de bedoeling om diepgaand van gedachten te wisselen over de wijze waarop dit vraagstuk zal worden aangepakt”, zei Lackin.
Naar nu blijkt, heeft de minister Lackin de Surinaamse gemeenschap dus pertinent onjuist voorgelicht.
De Secretaris-Generaal eindigt zijn schrijven aan de nabestaanden met te “benadrukken” dat in alle gevallen van schendingen van mensenrechten “de weg openstaat om verhaal te halen bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten”.
De nabestaanden lezen daarin een onverhulde aanmoediging door de Secretaris-Generaal om Suriname aan te klagen bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten van de OAS voor het uitblijven van de verdere berechting van de 8 december moordverdachten.
Mr. H.A.M. Essed