De Organisatie van Bus- en boothouders in Suriname (OBS) had gistermorgen een gesprek met de directeur van Onderwijs, Kenneth Biervliet. De onderwijsdirecteur zei dat als alles goed zit, de bus- en boothouders begin van de komende week hun geld kunnen ontvangen. Echter ligt het probleem niet meer op het bord van het ministerie van Onderwijs (Minov), maar bij Financiën. De stukken liggen sinds vorige week donderdag bij de Centrale Betaaldienst. Het gesprek was meer een bemiddelingsgesprek vanuit de kant van Minov.
Kenneth Themen zegt het dat bestuur ook duidelijk heeft gemaakt dat ze het schoolvervoer niet kan garanderen, omdat de bus- en boothouders geen geld hebben om hun voertuig te tanken, en om hun chauffeur uit te betalen. Gisteren is er ook een groep gestopt met het vervoeren van schoolkinderen. De groep bus- en boothouders die gestopt is met het vervoeren van leerlingen wordt sinds maandag groter. Themen zegt dat er steeds meer uitvallers zijn, omdat ze door hun voorraad heen zijn. Het bestuur van de bond van OBS heeft wel een beroep gedaan op de leden om de kinderen te vervoeren. Er is tijdens de bespreking ook gesproken hoe dit probleem te voorkomen, omdat het de laatste maanden vaker voorkomt dat leden hun geld laat ontvangen.
Biervliet belooft dat in de toekomst dit probleem zich niet zal herhalen. Het bestuur vroeg Minov de stukken eerder op te maken, zodat de leden het eventueel kunnen controleren. De bus- en boothouders zijn verantwoordelijk voor het vervoer van ruim 20.000 leerlingen landelijk. Maandelijks stort de overheid SRD 2,5 miljoen voor de circa 350 OBS-schoolvervoerders.