De havens zijn strategisch in de economie van elk land dat grenst aan zee, zoals Suriname. Een deel van het handelsverkeer van en naar het land zal verlopen via havens. Wij kennen vanwege de staat van onze waterwegen en onze capaciteit niet veel internationale zeehavens. De belangrijkste wordt nu geteisterd door een werkneerlegging. De arbeid op de havens behoort tot de gevaarlijkste in de wereld en dat wordt internationaal ook erkend. De rechten van havenarbeiders, met de nadruk op bedrijfsgezondheidszorg, zijn gewaarborgd in internationale verdragen en wordt er internationaal specifieke aandacht besteed aan deze speciale categorie van werkers. Wat wij in Suriname merken, is dat deze groep werkers gedurende lange tijd geruisloos bleef werken en in principe zich nooit durfde te profileren als te zijn een collectief met gemeenschappelijke bedreigingen en problemen. Enige tijd geleden is hierin een verandering gekomen en werd in de media bericht dat het na interventie van de Staat toch wel duidelijk was geworden dat het geen vrijgevochten boel is op de haven. De werkers passen wel degelijk in een wettelijk stramien, waaruit voor betrokken partijen ook verplichtingen en verantwoordelijkheden ontstaan. Wanneer het duidelijk is dat arbeiders binnen de werking van de wet vallen, dan vloeien daaruit de collectieve rechten voort. Bij het geldend maken van die rechten, die enkel en alleen als doel hebben om het welzijn van werkers en hun gezinnen te bevorderen, ontstaan er wel eens conflicten. Het verdeel- en heers is een eeuwenoud concept dat in Suriname succesvol is toegepast en nog steeds in de internationale politieke arena zichtbaar is. Op de haven is er geen houden meer aan. We zien dat er speciale garanties in de grondwet zijn opgenomen die de collectieve rechten mogelijk maken. De zaak bij de haven is nu neergekomen op een kwestie van erkenning. We weten dat in de tweede helft van de afgelopen eeuw er wetten zijn aangenomen om de erkenning van werknemersbonden kracht bij te zetten. Terecht is door de betreffende vakcentrale gerefereerd aan de grondwet. Werknemers zijn vrij om vakverenigingen op te richten voor de behartiging van hun rechten en belangen. Bij de uitoefening van vakverenigingsrechten worden zonder onderscheid de volgende vrijheden gewaarborgd: vrijheid om al dan niet lid te zijn van een vakvereniging en het recht om deel te nemen aan vakverenigingsactiviteiten. De vakverenigingen zijn bevoegd om de rechten en belangen van de werknemers die zij vertegenwoordigen te verdedigen en voor hen op te komen, aldus de grondwet. Vakverenigingen hebben het recht om collectieve arbeidsovereenkomsten aan te gaan staat in de grondwet. Volgens de Surinaamse wetten is een werkgever in Suriname verplicht om een vakbond van werknemers te erkennen. Door de vakbeweging wordt beweerd dat er zelfs een verplichting zou zijn om te onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden. Veel keus zou er dus niet zijn voor de werkgever als hij zaken in Suriname wil doen. Onder de handelsverdragen wordt het ook steeds moeilijk om vakbondsrechten te negeren. Deze rechten worden in toenemende mate opgenomen in de vrijhandelsverdragen. Uit de conflicten die gaande zijn op het ministerie van Juspol is een aantal dingen duidelijker geworden, mede door interventie van de vakbeweging. Daar stelden wij dat het niet past bij een minister die over de grondrechten waakt, om vakbondsproblemen te hebben. De vraag moet wel gesteld worden of de houding van de huidige werkgever op de haven misschien niet komt door het voorbeeld dat door de Juspol-minister is gegeven. ‘Als de minister die moet waken over de grondrechten – waaronder het recht om te verenigen valt – deze rechten negeert, wie zijn wij om dat wel te doen?’, kan een denktrant zijn.
Het is duidelijk dat de werknemers op de haven het grondwettelijk recht hebben zich te organiseren en dat de organisatie als zodanig erkend moet worden. Wat echter ook speelt is dat de werkgever invloed wil hebben in het bestuur van de bond, althans dat zij wil bepalen bij welke vakcentrale de bond zich moet aansluiten. Dat zou een buitenlandse organisatie moeten zijn. Dat is een grove schending van de vrijheid van vakbond, een conservatieve manier om een bond onder curatele te stellen. De vakbonden in Suriname zijn vrij om zich bij de vakcentrale naar keuze aan te sluiten. We hebben de laatste tijd toch wel gevallen meegemaakt waar een vakbond zich bij een vakcentrale uitschrijft en zich aansluit bij een andere. Er is aangegeven dat de vakbeweging de zaak internationaal wil aanbrengen. Daarbij is wel van belang om te beseffen dat niet de werkgever zal worden aangesproken bijvoorbeeld door de VN, maar de Staat Suriname. Wat kan gebeuren is dat het bedrijf dat lijkt te discrimineren tegen de vakbond, op een zwarte lijst wordt geplaatst door ngo’s, waaruit economische nadelen kunnen voortvloeien. Het is in principe een zaak van bedrijfslevenorganisaties om de werkgever erop te wijzen dat men geen struisvogelpolitiek kan gaan spelen wat betreft het bestaan van een aantal vrijheden. Het heeft te maken met het zijn van een goede burger. Wat zeker niet gehoopt wordt, is dat men de zaak als een prestigeslag ziet. Een zaak waarbij normale arbeiders eerst duidelijkheid verkrijgen over hun status en zich daarna ook nog kunnen verheffen tot volwaardige onderhandelingspartners om de tafel. Dat zou wel eens lastig kunnen worden als het ego en het gezag te groot zijn.
Heel pakkend is door de directeur van het scholingsinstituut voor de vakbeweging benadrukt naar aanleiding van een door hem georganiseerde lezing, dat er veel pijn is bij de werkende klasse. Wat er gaande is op de haven heeft met die pijn te maken. Het is mogelijk dat het bedrijfsbelang wordt gediend als werknemers en management een pact in wederzijds voordeel sluiten en deze steeds bijstellen. Is een haven met tevreden werkers niet rendabel? Hoe de zaak zal aflopen laat zich niet moeilijk raden. De havenarbeiders zijn niet alleen. Er staan kredietwaardige organisaties met een helder gepresenteerde visie achter hun en hun strijd staat duidelijk in het teken van de grondwet. Door verstandig handelen kan verdere schade aan beide zijden worden voorkomen.