Eindelijk, het eerste bier dat echt voor en door Surinamers is gebrouwen. En dat proef je. Het smaakt fris en licht zurig, niet te bitter en toch krachtig. Het drinkt lekker weg zonder dat het te waterig is. Volgens directeur Kris Mathoera is de smaak ontstaan door de proeverijen. “We hebben op diverse locaties tastings gehouden en vandaar uit is de smaak ontstaan. Het is dus niet zo dat we met een recept zijn gekomen en hebben gezegd: ‘dat is het!’.” Een goede zet, want dat maakt het echt tot een nationaal product. En dat is ook echt de bedoeling.
“Elk bier heeft een eigen identiteit, een eigen karakter. Wij hebben een bier gebrouwen volgens de traditionele Surinaamse kwaliteitsnormen en eisen. De Surinamer is kritisch als het om bier gaat. Qua smaak hebben we dus ‘tastings’ gehouden door heel Suriname, van Albina tot Nickerie. Daarbij hebben we rekening gehouden met alle kritische kanttekeningen. Het eindproduct is in feite dus dat wat de Surinaamse consument wil.” Het pas opkomende bedrijf wil en kan zichzelf nog niet vergelijken met brouwerijen die al honderd of tweehonderd jaar bestaan. Zaken als sponsoring zijn bijvoorbeeld nog niet aan de orde. “Maar we hebben een eigen marketingstrategie die wij gradueel in place zullen brengen.”
Het bier zal worden gedistribueerd via verschillende centra. Zij hebben elk een eigen district. “Als het goed is hebben ze allemaal het grootste gedeelte van hun districten al gehad. De bedoeling is dat het 24 november overal verkrijgbaar is. Er staan nog geen speciale evenementen gepland, bijvoorbeeld met Onafhankelijkheidsdag, maar we zullen wel wat kleine promotieacties doen, zoals tastings.” Voorlopig is het bier te verkrijgen in blikken van 330 cl en 500 cl. “De consumentenprijs is SRD 3,25 voor een kleine blik en SRD 4.40 voor een groot blik”. Net iets onder de prijs van Parbo Bier. “Niet echt bewust. We willen gewoon bereikbaar zijn voor alle bierdrinkers.”
Mathoera vind het belangrijk dat mensen beseffen dat het echt een nationaal product is. “We zijn het eerste bier dat hier wordt gebrouwen, waarbij alle mensen die er werken van Surinaamse afkomst zijn. Het is geen buitenlands bedrijf waar alle kaderleden uit het buitenland komen en waar ook alle winsten terugvloeien naar het buitenland. Het was voor de investeerder van belang dat er een bedrijf werd opgezet om arbeidskrachten te creëren. Wij hebben dus wel expertise laten overkomen, maar alleen om onze mensen te trainen en te begeleiden. Als de lokale krachten zover zijn, dan gaan de buitenlandse mensen weer terug en zijn het Surinamers die alles gaan runnen.” De nieuwe bierbrouwer heeft directe maar ook indirecte arbeidsplaatsen gecreëerd. “Daarnaast willen we alles wat we lokaal kunnen betrekken zoveel mogelijk ook lokaal betrekken, dus onze posters zijn lokaal gedrukt, maar we hebben die distributeurs in dienst genomen die weer extra mensen hebben aangenomen om ervoor te zorgen dat het werk gedaan kan worden!”
Vanaf begin volgend jaar komen er ook flessen op de markt, in 3 maten. “Ja, dat worden de 300 ml, de 600 ml en de 900ml.” Op de flessen zal er ook statiegeld zitten, de blikken nog niet. Het bedrijf wil zich wel profileren als milieubewust. “De flessen sowieso want die willen we echt niet op straat hebben. En de blikken ook niet dus we willen er wel voor zorgen dat ook die niet op de straat rond gaan slingeren. Dat willen we gaan doen door samenwerking met verschillende stichtingen. We willen ‘incentives’ uitgeven als er blikken terug worden gebracht.” Er zijn nog geen certificaten uitgereikt aan het bedrijf wat betreft kwaliteit en productie, maar volgens Mathoera komt dat er allemaal aan.
We kregen enkele blikjes mee en terwijl we het kantoor uitlopen, zien we dat de lounge gevuld is met personeel dat een proevereitje heeft. Even later gaan ze samen naar buiten voor een groepsfoto waarbij iedereen het glas heft, een heuglijk moment. De sfeer is ontspannen maar stiekem is de spanning van het gezicht van dhr. Mathoera af te lezen, wat logisch is. Als we het bier laten proeven, blijkt dat die spanning nergens voor nodig is. Het bier valt namelijk bij een ieder in de smaak. “Het is een frisse bitter met hetzelfde effect als Parbo, je wil meer. Maar eigenlijk is dit lekkerder!” Een ander geeft aan dat hij het ‘rijper van smaak’ vindt. We zijn benieuwd naar de toekomst, maar aan de smaak van het bier en het concept zal het echt niet liggen. Wat dat betreft is succes verzekerd.
De concurrentiestrijd gaat beginnen en er zal maar één winnaar uitkomen, de consument. Misschien ook de horecaondernemers die niet langer gebonden zijn aan een brouwer met een monopoliepositie, ook al duurt het nog even voordat Sranan Biri zich op dat pad zal begeven. Maar het is toch mooi, eindelijk een echt nationaal bier. Het is te hopen dat de gigant Heineken het niet op een dag opkoopt zoals dat met Parbo is gedaan. Sranan Biri is Surinaams en dient dat ook te blijven. Het is een mooie mijlpaal voor ons landje dat dus ook hiermee een stap zet richting het worden van een echt land.