Kantonrechter Maytrie Kuldipsing hoorde de verdachte Eduard W. in de money launderingzaak. Hij wordt ervan verdacht zich schuldig gemaakt te hebben aan witwaspraktijken. De verdachte zou deze handelingen in de periode van maart 2008 tot en met oktober 2012 hebben gepleegd. De zaak kwam aan het licht toen Eduard in een grote drugszaak als verdachte werd aangemerkt. Het ging toen om 17 kilo coke, die verborgen zat in gezouten vis, groente en koekjes. Deze drugsuitvoer vond plaats op 4 en 6 oktober 2012.
Eduard verklaarde dat hij verschillende inkomstenbronnen heeft. Hij runt samen met een vriend een taxibedrijf, waar 35 voertuigen zijn aangesloten. Daar betaalt elke chauffeur SRD 35 op de maandag. Naast deze inkomstenbron verdient hij SRD 800 als arbeider bij een taxfree shop. Ook zou hij drie tot 5 voertuigen hebben ingezet in zijn taxibedrijf, waar hij maandelijks SRD 5000 ontvangt. Ook heeft hij vanaf 2004 tot 2011 gewerkt in een illegale goudmijn.
De rechter vroeg hem van waar hij de US$ 45.000 heeft gehaald. Met dit geld heeft hij drie voertuigen gekocht, een Toyota Mark-X, een Rav 4 en een Noah. Hij zou twee keren schenkingen hebben gehad van zijn oom en een keer van zijn vriendin. Van zijn oom kreeg hij US$ 20.000 en Euro 15.000 van zijn vriend. Officier Gracia Paragsing vroeg naar de juiste personalia van de vriendin. De verdachte had geen antwoord hierop. Daarnaast had hij Euro 40.000 van een familie geleend om een graafmachine aan te schaffen. Tijdens zijn aanhouding had hij US$ 5.000, Euro 3.000 en SRD 2000 in zijn dienstauto. Dat geld heeft de verdachte nooit meer gezien. Hij vernam van de politie dat deze bedragen op rekening van de procureur-generaal zijn gestort. Rechter Maytrie Kuldipsing stelde de verdere behandeling uit tot 16 december. Op die dag komt het Openbaar Ministerie met haar strafvoorstel.
Saskia Bandhan