Greenheart Group Limited is als houtmultinational gezeteld in Hong Kong. Vorig jaar heeft het de vierde concessie gekregen van ruim 90.000 hectare. Het is een huurovereenkomst met Suma Lumber Company NV ter waarde van US$ 6.000.000 en hiermee beschikken de Chinezen over een FSC-gecertificeerd bedrijf in Suriname. FSC staat voor Forest Steward Councilship en is bedoeld voor bedrijven die bos verantwoord beheren. Het is de hoogste internationale certificering voor duurzame houtwinning. Met dit certificaat is het voor Greenheart Group mogelijk om naar een grotere afzetmarkt in Europa en de Verenigde Staten te exporteren.
Voor deze exportlanden wordt het hiermee onduidelijk of het nu gaat om hout met een FSC-keurmerk of niet. Greenheart Group kan hiermee hout wat niet duurzaam is verkregen, gaan verzagen met duurzaam verkregen hout. Op deze manier krijgt hout een keurmerk wat niet zou mogen. Hiermee krijgt Suriname een slechte naam wanneer men spreekt over hout uit dit land. Voor Suriname zit er naast een reputatie ook een financieel plaatje vast. Door het verkrijgen van Suma Lumber is Greenheart Group de grootste concessiehouder ooit in Suriname en overschrijdt daarmee het nationale Bruynzeel Houtmaatschappij. Greenheart streeft naar een productie van 250.000 kubieke meter hardhout op jaarbasis. Suriname lijkt niets over te houden aan deze concessie en de enorme productie. Zo staat er te lezen in het jaarrapport van Greenheart Group dat er geen belasting wordt betaald over de opbrengsten. Voor een periode van 9 jaar is Greenheart Group uitgesloten van belasting. Tot 2016 hoeft dit niet afgedragen te worden aan de Surinaamse overheid. Daar komt bij kijken dat deze afspraak hernieuwbaar is voor een opvolgende periode. Er staat een percentage tot 36% geboekt voor belastingafdracht aan Suriname in het jaarrapport. De belasting die afgedragen wordt in Nieuw Zeeland is iets meer dan 24%. Met een inkomstenbron van bijna 500 miljard Hong Kong dollars (US$ 65 miljard) uit de houtindustrie, zou Greenheart Group een grote bijdrage kunnen leveren aan inkomsten voor Suriname. Wanneer men kijkt naar de ontwikkeling van Suriname, wordt er weinig aandacht geschonken aan de bosbouw. In het Ontwikkelingsplan 2012-2016, wat als ondertitel heeft ‘Suriname in transformatie’, wordt de houtsector niet vermeld. Verder staan er geen plannen in om meer inkomsten te krijgen uit deze sector. Doordat de bosbouw in Suriname zwak gereguleerd is, loopt het land een grote inkomstenbron mis. In de nabije toekomst lijkt het huidige kabinet dit niet te willen verbeteren. Misschien komt het omdat Suriname er zoveel van heeft en is dat de reden waarom er zo verkwistend mee omgegaan wordt. Wanneer het land beter zou omkijken naar zijn bossen, dan zou het financieel een stuk beter van afkomen.