Overheidsfunctionarissen en het maatschappelijk middenveld (ngo’s) uit Suriname, Guyana en Trinidad zijn tot vandaag bezig om de stand van zaken en de uitdagingen in het kader van de beleving van mensenrechten te bespreken. De achtergrond waartegen dit gebeurt, is het politieke streven van de regionale regeringen naar duurzame ontwikkeling (sustainable development).
Duurzame ontwikkeling
Daadwerkelijke duurzame ontwikkeling van onze natie is een hoofddoel in het Surinaamse Ontwikkelingsprogramma tot 2016. In andere Caribische landen is dat ook het geval. Op de betekenis van duurzame ontwikkeling werd op de eerste dag ingegaan. Economische ontwikkeling (af te leiden van de economische parameters) leidt ook tot sociale, culturele en politieke omstandigheden. Onderdeel hiervan zijn ook de beleving van de menselijke waardigheid en de mensenrechten o.a. op het vlak van armoede, werkgelegenheid en gelijke behandeling (vrouwen, kinderen, inheemse en tribale volken, mensen met een beperking en armen) in de samenleving. Onderdeel van duurzame ontwikkeling is ook de conservering en bescherming van het milieu; dit aspect moet niet verwaarloosd worden bij het streven naar economische groei. Wat de mensenrechten betreft wordt ook gelet op toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, voedsel, huisvesting, werkgelegenheid en een rechtvaardige verdeling van het nationaal inkomen. De nadruk bij de workshop ligt ook op ‘accountable governance’ oftewel het vermogen van leden van de regering om verantwoordelijk (van falen en mismanagement) te accepteren. Bij de behandeling van economische ontwikkeling is aangehaald dat deze gepaard dient te gaan met creatie van duurzame banen en ‘decent work’, ook in de agrarische sector.
Mensenrechtensysteem en participatie Caribische landen
Suriname en de Caribische landen zijn lid van de VN en doen mee in de VN-organisaties en –agentschappen en haar programma’s. De landen hebben wat de klassieke grondrechten betreft (zoals het recht op leven en vrijheid van meningsuiting) geen grote problemen in vergelijking met de sociaaleconomische grondrechten, die vanwege de richting van de economische ontwikkeling wel onder druk staan. De Caribische landen hebben om het mensenrechtensysteem te onderkennen een aantal verdragen geratificeerd (VN en ILO, maar ook regionale (OAS) en Caricom-verklaringen) en de jurisdictie van algemene en speciale toezichtmechanismen uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend geaccepteerd. Ook hebben de Caribische landen in het bijzonder verplichtingen uit milieuverdragen en –protocollen geaccepteerd. Met betrekking tot het internationaal mensenrechtensysteem werd de werking van de VN-verdragen en –verklaringen, de VN-resoluties, de arbeidsverdragen, de humanitaire standaarden en de milieustandaarden behandeld. Ook werd aangehaald de Caricom Civil Society Charter, die de betrokkenheid van de civil society (ngo’s, media) behandelt wanneer het gaat om de beleving van rechten en de controle en externe communicatie naar internationale organisaties. In sessies werden verder benadrukt de wapenverdragen en de wijze waarop de mensenrechten onder druk komen bij gewapende conflicten. Wanneer de mensenrechtensituatie in relatie tot de economische ontwikkeling wordt bekeken, komt een scala aan rechten voortvloeiende uit deze verdragen en verklaringen aan de orde. Ook de brede scala van kinderrechten, vrouwenrechten, rechten van inheemse en tribale volken, recht op voeding (en drinken) en onderwijs, het recht op veiligheid en het recht op een gezond milieu kwamen aan de orde.
Post 2015- duurzame ontwikkelingsagenda
Wat de nieuwe uitdagingen betreft en de relatie met de mensenrechten in brede zin wordt als referentiepunt genomen de zogenaamde ‘post 2015 ontwikkelingsagenda’. Daarover werd op de workshop uitleg gegeven. Dat is een set van doelen die de internationale gemeenschap officieel zal aannemen, nadat officieel vastgesteld kan worden wat het is geworden van de 8 millennium ontwikkelingsdoelen (MDG’s). De post 2015-ontwikkelingsagenda is van belang o.a. in relatie tot de internationale ontwikkelingssamenwerking en de prioriteiten van financieringsinstituten en internationale organisaties. Klimaatsverandering en haar impact op economieën en sociale ontwikkeling, jeugdwerkloosheid, verschillende parameters voor beschikbaarheid van kapitaal en internationale samenwerking en de veiligheid (vrijwaring van catastrofale conflicten voor natuurlijke hulpbronnen) zullen daarop hoog staan. De huidige doelen zullen voor een deel waarschijnlijk worden geherformuleerd.
Rapportageverplichtingen en de rol van ngo’s
De workshop wordt vandaag afgesloten. Voor vandaag staan het recht op werk, het klimaat en daaraan gerelateerde rechten en rechten van de burgerij op programma. Het rapportagesysteem en de inspraak van de burgerij via de civil society komt daarbij ook aan de orde. De workshop wordt georganiseerd door het Instituut Internationale Betrekkingen van de University of the West Indies in samenwerking met de Zwitserse regering. Tot de aanwezige gasten en inleiders behoorden vertegenwoordigers van de UNDP, de International Development and Research Centre of Canada (IDRC) en de University of the West Indies en het Caricom-secretariaat en. De workshop kent een hoog aantal specialisten en vertegenwoordigers van VN-organen en –programma’s en kennis- en financieringsinstituten.