Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet. Dat is de uitdrukking die het best opgaat bij het grandioos mislukken van de 8ste Landbouwtentoonstelling. De partner die het heeft laten afweten en aan wie de mislukking kan worden verweten, is het ministerie van LVV. De Lions Club is geen organisatie die gekenmerkt wordt met falen, maar LVV is door mismanagement en totale desinteresse voor de agrarische ontwikkeling vanuit de politieke leiding nu wel een ‘loser’. Het partnerschap tussen de club en het departement was er niet een van gelijkwaardige partners. De afgang van deze naar verluidt laatste editie van een tentoonstelling, waarvoor zeker plaats is in onze samenleving, is een weerspiegeling van de staat waarin het ministerie van LVV nu verkeert. Dit ministerie is een schim van wat het was onder leiding van VHP-ministers. Een landbouwtentoonstelling zal pas slagen wanneer de mensen op het veld meewerken. Het alleen gaan naar de mensen rond de tentoonstelling om te vragen naar de uitstekende producten is ook geen stijl. Het is zelfs zo erg geweest dat prijzen die landbouwers twee jaar terug hebben gewonnen voor hun producten, enkele dagen terug eventjes zijn uitgereikt, om hen over de streep te trekken. De landbouwtentoonstelling geeft voor een deel een vertekend beeld. Er worden producten ten toon gesteld die men ad hoc ophaalt uit de ressorten die meedoen. De productie is niet het resultaat van ondersteunend beleid van LVV, integendeel. Landbouwers, tuinbouwers en vooral veetelers zijn door LVV overgelaten aan zichzelf. Het ministerie vervreemdt steeds in toenemende mate van de mensen die werken aan de productie. De oorzaak daarvan is dat de politieke partij die de scepter zwaait over LVV totaal geen affiniteit heeft met de man en de vrouw die voor de landbouwproductie zorgt. LVV is alleen interessant voor de politieke partij, omdat er geld te besteden valt. Het veld klaagt dat de natte infrastructuur in drie jaar tijd totaal is verwaarloosd door de LVV-minister. De oorzaak hiervan is dat de ruimte wordt gelaten aan aannemers om werk zogenaamd voor miljoenen op te leveren, terwijl het werk bij een nader onderzoek blijkt voor een groot deel niet te zijn verricht. Er zou een verdeelsysteem zijn, waarbij gelden voor landbouwers terug gekanaliseerd worden naar tot vriend gemaakte ondernemers, exponenten van staatsbedrijven die zwaar materieel beheren, maar vooral bezoekers van bazaars en voetbalcopa’s. Dus middelen die moeten zorgen voor onderhoud van natte infrastructuur, zouden via ondernemers en staatsbedrijven in volkshappenings belanden. Foto’s en kwitanties zijn niet aangeleverd, maar de geruchten zijn hardnekkig en de vrees voor rancune enorm. De mislukte landbouwtentoonstelling is het teken van het onvermogen van de landbouwminister en zijn partij om een landbouwbeleid te adopteren en uit te voeren. De interesse is er gewoon niet. De politieke partij misbruikt het ministerie om aanhangers van de partij te accommoderen op posten waar men een redelijk salaris kan verdienen. LVV is een tamelijk gedecentraliseerd georganiseerd departement met ressortleiders, die toch wel over trekkende kracht beschikken over hun ressort. In florerende ressorten worden zeer onervaren partijmensen geplaatst die lijken op de voorzitter. Door het selectief en discriminatoir promotiebeleid wordt de motivatie van aanwezig kader op het ministerie de grond ingeboord. Uiteindelijk is het duidelijk dat jarenlang pinda (of rijst) planten op een kampong, nog niet geschikt maakt tot het leiden van een landbouwministerie en het dienen als beleidsadviseur. De landbouwtentoonstelling was een fiasco, door verwaarlozing van producenten door de huidige LVV-minister, vanwege de dominant politieke afwezigheid van de betreffende politieke partij op het departement. Zo was de runderteelt en de teelt van kleine herkauwers (op een konijn na) totaal afwezig. De planters die geheel op eigen houtje hun beroep uitoefenen, hebben geen producten willen aanleveren, omdat ze in return niets terugkrijgen. De expositie was daarom schaars. Het bezoekersaantal is terug gevallen en het enige wat de tentoonstelling kon redden, was het gedeelte waar de Lions Club Kwatta sterk in beeld komt en dat is bij het cook out-gedeelte, dat wel is gelukt. Maar een landbouwtentoonstelling draait niet primair daarom. De tentoonstelling moet niet geïsoleerd zijn tot Wanica en Saramacca, maar moet alle districten betrekken. Dat de landbouwtentoonstelling is mislukt, is jammer, maar erger nog is de gewaarwording dat onder mismanagement van de betreffende politieke partij, die het landbouwveld niet kent en herkent, het ministerie totaal is verzwakt. Dit resultaat had men met deze minister verwacht. Beweerd wordt dat onder de gegeven omstandigheden alleen de pindaproductie tot regionale proporties kan uitgroeien, maar bij het aantreden in 2010 was de teelt hiervan in Suriname jammer genoeg tot bijna het nulpunt gedaald. De mislukking van de landbouwtentoonstelling is een boodschap aan het agrarische veld. Deze minister en zijn politieke bazen hebben als laatste in hun mind het bevorderen van de productie en de productiviteit. In de afgelopen periode tot 2015 is men als producent op zichzelf aangewezen. Op zich is dat niet eens zo erg, omdat er meestal ook een familietraditie is van hard werken. Maar ergens wordt dat enthousiasme door de overheid zelf begrensd, omdat het onderhouden van de infrastructuur een overheidstaak is en import van soorten onderworpen is aan wettelijke bepalingen. De agrarische sector zal in aanloop naar de verkiezingen een steeds moeilijke tijd hebben, omdat het geld door de beheerders nodig is voor andere zaken en niet voor de sector. De vraag is wie het getij zal doen keren. Op dit moment is het identificeren van die persoon een moeilijke zaak, omdat deze regering verkaveld is.