Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) plegen elk jaar wereldwijd 1 miljoen mensen zelfmoord. Dat betekent dat elke 40 seconden iemand sterft door zelfdoding. Het aantal pogingen tot zelfdoding ligt vele malen hoger. Volgens het WHO heeft vijf procent van de wereldbevolking ten minste een keer een poging gewaagd. In Oost-Europa wordt zelfdoding het vaakst toegepast. Ook in Suriname komt zelfmoord vaak voor. In 2011 kwam het aantal zelfdodingen met een fatale afloop even vaak voor als het aantal verkeersdoden en moorden samen. In de meeste gevallen gebruikt men pesticiden, wat een pijnlijke dood tot gevolg heeft. Er wordt regelmatig van de Wijdenboschbrug gesprongen. Wanneer men te voet over de brug loopt, wordt er regelmatig “niet springen” geroepen vanuit voorbij rijdende auto’s. Bij het begin van de brug staat een groot billboard met daarop de waarschuwing “niet springen” en een telefoonnummer. Ook is een telefooncel geplaatst onder het bord. Het telefoonnummer is van de Crisishulplijn. Het is een hulplijn opgezet door het Psychiatrisch Centrum Suriname (PCS) om mensen te helpen die een crisis in hun leven meemaken. Deze kan verschillende oorzaken hebben volgens dhr. Nijssen, coördinator van de Crisishulplijn. De voornaamste twee redenen waarvoor de hulplijn in 2012 gebeld werd, betroffen liefdesrelaties en eenzaamheid.
“Het is voornamelijk een preventief middel’, zegt Nijssen. ‘Mensen met suïcidale gedachten, kunnen eerder hulp krijgen wanneer de middelen er daarvoor zijn. Wanneer men niet meer weet waar men terecht kan, biedt de hulplijn een middel aan wat laagdrempelig is, anoniem, gratis en vierentwintig uur per dag beschikbaar. Suriname heeft geen praatcultuur over problemen die spelen”, aldus Nijssen. “Problemen worden veelal eerst in de familie behandeld, maar met sommige problemen kan men niet terecht bij de familie.” Er is geen eenduidige conclusie over de oorzaak van zelfdoding; onderzoek ontbreekt hiervoor. ‘Misbruik van middelen zoals alcohol en cocaïne wordt wel aangehaald als oorzaak, maar dat is moeilijk te koppelen aan suïcidale gedachten. Daarnaast maakt de diversiteit van bevolkingsgroepen in Suriname het extra moeilijk. Elke bevolkingsgroep kampt met andere problemen. Ook ziet men bij de hulplijn een groot aantal relevante telefoongesprekken met mensen die op meerdere vlakken met problemen te kampen hebben.’ Sinds de oprichting van de Crisishulplijn in 2008 is het aantal fatale suïcides gedaald. Daarentegen is het aantal relevante telefoongesprekken gestegen. Onderzoek is er niet, maar dit doet vermoeden dat de Crisishulplijn haar vruchten afwerpt. Ook de WHO geeft aan dat er meer actie nodig is, omdat zelfdoding te voorkomen is. Het is belangrijk dat regeringen investeren in preventie. Daar pleit dhr. Nijssen ook voor: “meer onderzoek en meer duidelijkheid over waar men preventief terecht kan met problemen zijn noodzakelijk”.