Wanneer in een toernooi het einde in zicht is, gaat ook de sterkte van de “relatieve” kracht van elk van de deelnemers zich min of meer stabiliseren. Elk van de deelnemers heeft inmiddels 9 tot 11 wedstrijden achter de rug. In totaal speelt elke deelnemer 14 wedstrijden in dit toernooi. De dammer Stanley Mohan behoudt nog steeds de trekkersrol met de hoogste prestatiewaarde van 1.70 in de top3-klasse gevolgd door Sonny Kaiman met 1.44 en daarna Eric Ligeon met 1.30 die winst boekte in de partij tegen Robby Wijntuin. De dammer Ricardo Palisie is met zijn verlies tegen Sonny Kaiman teruggestuurd naar de subtopklasse. Zijn prestatiewaarde is gezakt van 1.38 naar 1.20. De dammers Cliff Karijodrono en Sieuwpal Nannan, die beiden een partij hebben verloren, zakken naar de middenklasse met een prestatiewaarde van 1.00 – 1.09. Het toernooi is nog niet afgelopen en er kan nog van alles gebeuren. Per speler zijn er nog 3 – 5 partijen te gaan; dus “Don’t take No Man by the look”, is nog steeds de waarschuwing die de wedstrijdleiding in de persoon van de heer Rudi Benschop telkens weer per sms stuurt naar alle deelnemers. Stanley Mohan, heeft tot nog toe geen enkele wedstrijd verloren. Van de 10 gespeelde partijen heeft hij 7 in winst weten om te zetten en 3 in remise. Alle andere dammers hebben elk minstens 1 wedstrijd verloren. Als de tekenen niet bedriegen staat het al bijna vast, dat Stanley Mohan het kampioenschap van dit toernooi in de wacht zal slepen. Mangal is reeds uitgespeeld en hij kan dus geen competitiepunten meer behalen. Het enige wat nog kan veranderen zijn de SB-punten door het geboekte resultaat van de overige dammers. Zijn prestatiewaarde van 1.07 zit net boven de “breakeven” lijn ofwel 50-50 lijn, hetgeen indiceert dat hij in dit toernooi “middelmatig” gepresteerd heeft, wat voor hem als zwak wordt bestempeld, want hij kan echt meer dan dat.