De vuilophaal in de middaguren is geslaagd, geeft de minister van Openbare Werken, Rabin Parmessar, aan Dagblad Suriname te kennen. Sinds korte tijd heeft hij de maatregel ingevoerd dat vuilophaal vanaf vijf uur ‘s middags plaatsvindt. Op dagbasis worden er evaluaties gepleegd om enkele zaken bij te schroeven benadrukt de bewindsman. Parmessar die zich persoonlijk oriënteerde, geeft aan dat bepaalde personen niet om 5 uur hun vuil plaatsen maar pas wanneer de vuilophaalwagen is voorbij gereden. Hier is het van belang dat de burgers erop gewezen worden wat hun verantwoordelijkheden zijn om een steentje bij te dragen aan een schoner milieu.
‘Wel kan gezegd worden dat de binnenstad er vele malen schoner uitziet’, zegt de OW-minister met trots. ‘Maar er is sprake van enkele schoonheidsfoutjes die weggewerkt moeten worden. Zo zijn er nog steeds winkeliers die kartonnen dozen plaatsen voor vuilophaal. Deze personen zullen erop geattendeerd worden dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het afvoeren van hun vuil.’ De minister geeft zelf aan dat er nog straathoeken zijn waar bewoners ongeoorloofd hun vuil dumpen. Hij kiest er liever voor om de personen erop te wijzen dat zij hun attitude moeten veranderen indien het gaat om het schoon houden van het milieu. De minister kiest in de beginfase het pad van motiveren en stimuleren van het volk. Aanpassingen in de wetgeving kunnen resulteren in het strafbaar stellen van het dumpen van vuil.
Parmessar geeft verder mee dat alle aspecten binnen de vuilophaal breed geëvalueerd worden voor een goed en vlot verloop van de werkzaamheden. Zo heeft de minister persoonlijk gesprekken gevoerd met de arbeiders. Die gaven mee prettiger te werken in de middag. De zon is niet fel en is het stukken veiliger voor hun, omdat de verkeersintensiteit tegen dat tijdstip afgenomen is. Ook de chauffeurs hebben aangegeven dat het verkeer minder druk is. Hierdoor heeft de vuilophaal een vlotter en soepeler verloop.
Er zijn maatregelen getroffen om de mogelijke hindernissen weg te werken. Zo is het aspect van laaghangende elektriciteitskabels aangepakt. Ook de straten die niet in goede staat verkeerden, hebben een rehabilitatiebeurt gehad. Daarnaast is de vuilstortplaats voorzien van goede verlichting.
Voor de arbeiders die het vuil van de straten ophalen heeft Parmessar heel veel respect. Zijn streven is er ook op gericht dat deze arbeiders ook het respect ontvangen vanuit de gemeenschap. ‘Weet u wat er zou gebeuren indien deze mannen er niet zouden zijn?’
Asha Gajadien-Bhagwat