‘Als je een kas van 150 m² opzet voor de teelt van landbouwproducten, kost het je al gauw US$ 15.000. Wat ga je planten om het rendement eruit te halen? Waar vind je het geld? Dit is gewoon voor-de-gek-houderij’, zegt voorzitter Wim Baijnath van Landbouwcoöperatie Kwatta. President Desi Bouterse gaf bij zijn jaarrede te kennen dat de regering meer wil gaan investeren in de tuinbouw/kassenteelt. ‘Als de adviseurs van de president de praktijk niet kennen, moeten zij dan landbouwdeskundigen erbij betrekken. Ik zeg het voor de zoveelste keer: het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) heeft geen deskundigen, nog minder in de kassenteelt. Het ministerie heeft op één deskundige na alleen kader dat theoretiseert. Zolang zij het veld niet zullen betrekken, zullen zij ook niets bereiken.’
De LCK-voorzitter heeft enkele jaren geleden zelf een kas opgezet die hem SRD 15.000 heeft gekost. ‘Uiteindelijk heb ik niet eens SRD 5.000 eruit verdiend.’ Baijnath wijst er ook op dat je niet alles in kassen kan planten. ‘Hoe zit het bijvoorbeeld met bananen, cassave en napie?’ De landbouwproducten zoals peper, oker, boulanger, sopropo en antroewa die meestal voor de export bestemd zijn, moeten volgens Baijnath buiten geplant worden. ‘Wil je goede oogsten binnenhalen, dan moet je je landbouwgronden goed inrichten.’
Baijnath is er voorstander van dat er ordening komt in de landbouwsector. ‘Net zoals bij de goudsector. Er wordt lukraak geplant, van Commewijne tot Saramacca. Met een stukje ordening en organisatie kan er veel meer gehaald worden uit de landbouw.’ Baijnath zegt zijn diensten zoveel keren te hebben aangeboden voor de landbouw, maar dat het steeds wordt genegeerd.
Widjai Ganesh
