De Raad van Ministers (RvM) heeft zich nog niet gebogen over het voorstel betreffende de verhoging van de CBB-leges. Dit zegt minister Soewarto Moestadja aan Dagblad Suriname. ‘Het is het prerogatief van de vicepresident om het op de agenda te plaatsen’, vervolgt de Biza-minister. De bewindsman zegt dat hij het voorstel kort na zijn aantreden heeft gedaan om de dienstverlening van het CBB te professionaliseren. De dienstverlening kampt met een aantal tekortkomingen. Die hiaten zouden verholpen kunnen worden met de extra inkomsten van de aangepaste leges. ‘Het kan niet dat men nog SRD 1 betaalt voor verleende diensten’, zegt de bewindsman. Het oorspronkelijke voorstel behelst een verhoging van de leges voor een uittreksel van SRD 1 naar SRD 5 en voor een familieboekje van SRD 1 naar SRD 25. In het ministerieel voorstel zit ook de aanpassing van leges voor attestatie de vita, reispas en paspoort.
De bewindsman zegt dat hij ruim drie jaar na indiening van zijn voorstel had verwacht dat de RvM het kritisch zou bekijken of Biza zou vragen het in heroverweging te nemen. “Het besluit kan ook genomen worden om helemaal geen tarieven te koppelen aan een aantal van die diensten, omdat het voorstel vanwege veranderde beleidsinzichten niet meer valide is”, zegt minister Moestadja.
De Biza-bewindsman zegt desgevraagd dat de verzelfstandiging van het Bureau voor Burgerzaken een project is dat in deze regeerperiode waarschijnlijk niet meer gerealiseerd zal worden. Voor het optimaliseren van de dienstverlening is tijdens deze regeerperiode veel meer aandacht besteed aan de digitalisering- en decentraliseringsactiviteiten van de dienst. De bewindsman prijst zich gelukkig dat een aantal nieuwe kantoren in verschillende districten waaronder Brokopondo en Commewijne is opgeleverd, dan wel in aanbouw is. Het ministerie hoopt nog op termijn te kunnen starten met de bouw van CBB-kantoren te Sipaliwini.