Op een persconferentie belegd op maandag 5 augustus 2013 zei korpschef Humphrey Tjin Liep Shie dat “het kort termijnbeeld van overvallen, waarbij vuurwapens worden gebruikt, een stijging vertoont”. De politie heeft genoeg mogelijkheden en middelen om trefzeker op te kunnen treden. Ook werd de felle kritiek van de oppositie dat er behalve een verruwing ook een toename is van de criminaliteit door de korpsleiding naar het rijk der fabelen verwezen. Tjin Liep Shie merkte toen op dat de gekwalificeerde diefstallen stijgen op langere termijn, maar dat die in 2013 een stabiele lichtelijk dalende trend vertonen. “Er is onvoldoende bewijs dat de recent geregistreerde toename van het gebruik van vuurwapens bij overvallen een structureel karakter heeft.” Deze opmerkingen van de korpsleiding zijn leden van de oppositie in het verkeerde keelgat geschoten. Zij hebben dan ook een schrijven gericht aan de president waarin ze zowel opmerkingen als vragen over de criminaliteit aan de opperbevelhebber voorleggen. De oppositie stelt dat ze zich geen moment aangesproken voelt door opmerkingen gedaan via de media, alsof het onveilig gevoel bij het volk opgewekt dan wel versterkt zou worden door de kritische opmerkingen van de oppositie. De oppositie zegt juist dat het onveilig gevoel bij het volk wordt gecreëerd door de heersende realiteit in de samenleving en dat dit geschapen wordt door de makers en ondersteuners van het tot nu toe gevoerd beleid.
De opmerkingen van regeringsfunctionarissen hierover worden door de oppositie ervaren als een duidelijke poging tot muilkorving, waartegen er dan ook met nadruk wordt geprotesteerd. De oppositie verklaart dat zij niet zullen wijken en de veiligheid voor het volk zullen blijven eisen van de regering. De minister van Justitie en Politie, Edward Belfort, had op een massameeting van zijn politieke organisatie Abop in Brokopondo gezegd dat politieke aanvallen op het ministerie van Justitie en Politie en op coalitiepartij Abop zullen blijven aanhouden, zolang Abop dit ministerie leidt. Op 7 juli 2013 zei de fractievoorzitter van Broederschap en Eenheid in Politiek, Ronny Asabina, over minister Belfort dat hij liever tijd moet vrijmaken om aan zelfreflectie te doen dan zichzelf telkenmale te zitten verheerlijken en schouderklopjes te geven over zijn geweldige aanpak van de criminaliteit. Belfort is zo te zien zich van geen kwaad bewust. Hij gaat door met zijn inmiddels befaamde omroepen aan criminelen om zich aan te melden. Voor de oppositie lijkt de maat vol. Zij stelt onder andere de vraag aan president Bouterse wat nou precies gebeurd is met criminaliteitsbestrijdingprogramma’s waarin is opgenomen om naast meer investeringen in de politie en haar uitrusting, infrastructuur en opleidingen, eveneens het beleid voor duurzame werkloosheid- en armoedebestrijding en vakscholing/trainingen voor degenen die daarvoor in aanmerking komen, conform de gedane beloften te realiseren. De president had op 11 mei 2011 in het parlement het volgende benadrukt: “de tijd dat mensen weer zonder dievenijzer op hun balkon kunnen zitten, zal terugkeren”. Dat is volgens de oppositie een utopie gebleken. Zij benadrukt in haar schrijven aan de president dat de heersende criminaliteit momenteel een ernstig maatschappelijk vraagstuk is. Het vereist een structurele aanpak en bestrijding. Dit is niet slechts een politieaangelegenheid, maar het vereist ook voldoende investeringen van de regering in de vorm van maatregelen die preventief moeten werken op de misdaad. “Wij moeten het vraagstuk niet bagatelliseren, anders zullen de gevolgen voor het volk met de dag toenemen.”