Het Staatsbesluit Welvaartvaste pensioenen geeft aan dat het pensioen van de gepensioneerden uit overheidsdienst meegaan met elke salariswijziging in de ambtelijke sector, informeert waarnemend directeur Andrew Lo A Njoe van het Pensioenfonds.  Dit betekent dat het pensioen opgetrokken wordt bij iedere salarisverhoging. De uitvoering van dit staatsbesluit heeft als strekking dat gepensioneerden, die voor 1 november 2001 uit overheidsdienst zijn getreden, recht hebben op een twk van 31 maanden, terwijl zij die na 1 november 2001 met pensioen zijn gegaan recht hebben op een twk van 19 maanden. De laatste groep heeft als ingangsdatum voor de uitvoering oktober 2009. In overleg met de verantwoordelijke instanties, de vaste DNA-commissie Financiën en de Belangen Behartiging Gepensioneerden uit Overheidsdienst (BBGO) is vanaf november 2011 begonnen met uitbetaling van deze pensioentegoeden. Het gaat dan om twee soorten uitkeringen. Voor de groep van voor november 2001 werd telkens voor een maand 1/31 deel uitgekeerd en voor de andere categorie gepensioneerden telkens voor een maand 1/19 deel.
Het proces van uitbetaling werd door de verantwoordelijke instanties steeds geëvalueerd, om na te gaan of de beschikbaarheid van overheidsfinanciën voldoende garantie boden dit proces te voltooien. Bij de eerste uitvoering van het besluit is er gewerkt met de loonreeks van 2006. De volgende aanpassing was de loonreeks van 1 januari 2008, waarbij 10 % salarisverhoging gegeven is aan de landsdienaren. De regering heeft toen het besluit genomen de pensioenen te herwaarderen op grond van de loonreeks van januari 2008. Vanaf mei 2011 is dit geherwaardeerd pensioen gegeven aan de gepensioneerden. Het betrof ook gepensioneerden die voor 2008 uit overheidsdienst zijn getreden. Degenen die na 2008 met pensioen zijn gegaan, hebben het aangepast pensioen reeds in hun bijdrage in de pensioengrondslag. Dit houdt verband met het feit dat de pensioenvaststelling geschiedt op basis van het gemiddelde van 24 maanden voor de pensionering.
Lo A Njoe benadrukt dat het aangepast pensioen slechts gegeven wordt aan landsdienaren. Voor de tweede groep is de uitbetaling aangevangen vanaf november 2011 tot maart 2012. Dat betekent dat er reeds voor vijf maanden uitbetaald is. Met de vaste DNA-commissie Financiën en de BBGO wordt nagegaan hoe het restant bedrag voor beide groepen binnen korte termijn over te maken. Partijen zijn op basis van de mogelijkheden overeengekomen dat die restantuitbetaling in twee successieve maanden zal plaatsvinden, te weten april en mei 2012. In een eerdere berichtgeving was vermeld dat de transformatie van alle pensioenen van voor 2008 voor juni 2012 een feit zou zijn. De waarnemend directeur zegt dat de tegoeden slechts bestemd zijn voor gepensioneerde landsdienaren uit overheidsdienst. Lo A Njoe geeft aan  dat het transformatieproces zeer complex is. De transformatie zal tijd vergen om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt in het systeem. Gaandeweg het overhevelingsproces van het ABB- naar het Fiso-pensioen komt men situaties tegen als niet vinden van functies, functies die anders zijn beschreven in het oud systeem of functies die niet meer bestaan. Lo A Njoe zegt dat het fonds in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken zoekt naar een oplossing om een adequaat transformatiemodel los te laten op de overheveling van de pensioenen.