Máhe Ramzán, een gezegende maand voor de mens

Máhe Ramzán of Rámádán is de maand waarin de heilige Qur-án, de Muslims voorschrijft om te vasten. In hoofdstuk 2 vers 183 staat:’O jullie die geloven, het vasten is jullie voorgeschreven zoals het was voorgeschreven aan degenen voor jullie, opdat jullie je zullen hoeden voor het kwaad’. De Rámádán is een maanmaand die 29 of 30 dagen kan duren. De Muslims die gezond zijn, moeten aan deze vastenplicht voldoen. Het vasten in de Rámádán is een van de vijf zuilen van de Islám. In deze maand begonnen ook de Openbaringen van de heilige Qur-án aan de Profeet Muhammed.  In feite is het vasten voor elk mens bestemd  omdat vrijwel alle religies in de wereld het vasten kennen in hun geloofsovertuiging. Een ieder, elke groepering , doet het op zijn of haar eigen manier, haar eigen wijze. In hoofdlijnen lijkt het hetzelfde, namelijk het zich onthouden van voedsel en drank tijdens bepaalde uren van de dag of een periode. De Islamitische Leer verplicht een ieder in de periode van de Rámádán, die in staat  wordt geacht te vasten  om zulks ook daadwerkelijk te doen. En degenen die niet in staat zijn aan deze plicht te voldoen, dienen een ´arme´ te voeden. Dit wordt Fidiá genoemd.
De  Máhe Ramzán leert ons dat wij als mens, onszelf moeten kunnen bedwingen en onszelf  bepaalde vormen  van discipline,  uithoudingsvermogen, zelfbeheersing,  respect voor de medemens meten kunnen aanleren. Het wordt gezien als een vorm van overwinning van het goede op het kwade.
Het vasten moet uiteindelijk leiden tot geestelijke en lichamelijke vooruitgang. Het vasten resulteert in morele verheffing van de mens. Je wordt er steeds beter van. Je wordt een rechtschapen individu dat respect heeft voor het bestaan van een Oppermacht die in de Islam met ‘Allah’ wordt aangeduid.
In de vastenmaand zien wij dat de mensen die vasten tolerant zijn, lief zijn voor elkaar, de armen gedenken, elkaar ondersteunen, samenwerken en bezinnen en met een goed gevoel met elkaar omgaan. Onderlinge ruzies en onenigheid worden bijgelegd. Men begint opnieuw in een harmonische sfeer met elkaar de toekomst tegemoet te zien met alle hoop op succes. Hier ligt één van de krachten van de Islám voor eenheid, saamhorigheid en de verdere opbouw van de Islám gemeenschap.
Vroeg in de ochtend, omstreeks 04.30 uur staat de vastende op. Na een fris  bad genomen te hebben, eet hij de Sehri of ochtendmaaltijd. Hierna doet betrokkene voor de zon opkomt de Fajr-namáz (ochtendgebed). Na de Sehri wordt niet meer gegeten of gedronken tot zonsondergang. Muslims vasten dus van zonsopkomst tot zonsondergang. Tegen 14.00 uur wordt de Zohar-namáz gelezen en later op de middag het Asr-gebed. Bijna tegen 19.00 u wordt de Iftár ke Duwá (smeekbede ter verbreking van het vasten) gedaan waarna de vastende het vasten van die dag verbreekt.
Het is niet specifiek voorgeschreven wat men moet eten om het vasten te  verbreken of met het vasten te beginnen.  Een ieder heeft daarvoor zijn of haar persoonlijke keuze welke veelal afhankelijk is van de situatie thuis.
Na het opzeggen van de Iftár ke Duwá en het verbreken van het vasten, wordt tegen I9.05 uur de Azán (oproep tot het gebed) gedaan voor het vroege avondgebed, de Maghrib-namáz. Daarna kan men overgaan tot het nuttigen van voedsel.
Hierna haasten velen zich dan naar hun eigen moskee om gezamenlijk het Ishá-gebed te doen, terwijl er hierna gezamenlijk ook het Tarawih-gebed opgezegd wordt. Het gebed voor de dag wordt dan afgesloten met de Witr-namáz waarna allen huiswaarts keren om de volgende ochtend weer met het vasten te beginnen.
De Islam leert ons tolerant te zijn en opbouwend te zijn naar de gemeenschap; het leert ons positief te denken en de goede daden te ondersteunen; het leert ons jaloezie en haat te vermijden en in de plaats daarvan de onderlinge eenheid te bevorderen; het bevordert de samenwerking en de onderlinge saamhorigheid; het vraagt speciale aandacht voor de armen of sociaal zwakkeren; het leert ons om in onderlinge harmonie de toekomst tegemoet te  treden.
De Culturele Unie Suriname wenst alle Islám -broeders en de totale Surinaamse samenleving een gezegende Máhe-Ramzán toe.
Naar een interview met Jan Soebhag,
Door Aniel Manurat   /  ([email protected])

error: Kopiëren mag niet!