MC/Palu-parlementariër Henk Ramnandanlal vindt het afschaffen van de government take niet zonder meer zal leiden tot een verlaging van de prijzen van goederen die behoren tot de eerste levensbehoeften. Ramnandanlal reageert daarmee op uitlatingen die in de Surinaamse samenleving de ronde doen om het volk in de gelegenheid te stellen om de hoge voedselprijzen het hoofd te kunnen bieden door de government take af te schaffen. Wel ziet hij zin in het teruggeven van de government take aan producenten als onderdeel van een belastingmaatregel om zodoende de nationale productie een stimulans te geven.
De ervaring uit het verleden heeft geleerd dat zelfs als de brandstofprijzen door schommelingen op de internationale markt uit zichzelf omlaag gingen, de prijzen in de winkels niet vanzelfsprekend mee omlaag gingen. Ook als de regering zou besluiten om de government take af te schaffen, zou het niet zonder meer leiden tot een verlaging van de prijzen. Volgens Ramnandanlal is de belangrijkste reden daarvoor het feit dat de lokale transportkosten, en daarvan weer de kosten van brandstof, slechts een klein aandeel zijn van de totale prijs van de goederen zoals die uiteindelijk in de winkels wordt gehanteerd. Voorts stelt Ramnandanlal dat gekeken moet worden naar het doel van de invoering van de government take als er gesproken wordt over de afschaffing ervan. De governement take is niet alleen een belangrijke inkomstenbron maar ook een belangrijk instrument om inkomsten te generen uit de informele sector die momenteel buiten beeld blijft van de belastingdienst. Afschaffen van de government take zou zonder meer betekenen dat de regering deze beleidsdoelen ook mee overboord zou gooien. De regering zou zichzelf in problemen brengen doordat haar inkomsten drastisch omlaag zullen gaan en bovendien een verkeerd signaal afgeven aan de samenleving, en met name de informele sector.
Ramnandanlal ziet veel meer zin in een productievriendelijk belastingmaatregel waarmee bedrijven worden gestimuleerd om in formele zin tot productie over te gaan. Bonafide bedrijven zouden middels een belastingaangifte, met onderliggende bewijsstukken natuurlijk, de government take kunnen terugvragen. ‘De belastingdienst kan dan haar controlewerk doen en vooral gelden innen van bonafide producenten waarbij de regering een instrument heeft om voor hen iets terug te doen om eindelijk wat we al jaren zeggen in dit land, de nationale productie, zo een stimulans te geven’, aldus Ramnandanlal. Volgens hem kan begonnen worden met de agrarische sector, maar kan in een later stadium worden uitgebreid naar alle bedrijven die kunnen aantonen en aannemelijk maken een hoeveelheid brandstofgebruik noodzakelijk voor een bepaalde hoogte van bedrijfsomzet en bedrijfswinst.
Op langer termijn zullen de voedsel- en brandstofprijzen internationaal alleen maar omhoog gaan, gegeven de economische groei die landen als China en India momenteel doormaken. Meer dan een derde van de wereldbevolking wil een hoger levensstandaard en alle luxe die erbij hoort en dat zal maken dat de vraag naar voedsel en brandstof alleen zal toenemen. Als de prijzen gaan dalen, dan zal dat slechts tijdelijk zijn. De enige mogelijkheid om die prijzen lokaal omlaag te brengen, is subsidiëren van die goederen. Ramnandanlal is geen voorstander van subsidiëren van goederen. Want dan subsidiëren we ook die mensen die het zich kunnen permitteren, we zien dat reeds jaren met energie, water en melk – ook melk voor de poes wordt gesubsidieerd – en ondanks we dat weten, hebben opeenvolgende regeringen er niets aan gedaan, aldus Ramnandanlal. Mensen die dreigen in problemen te geraken door de hoge voedselprijzen moeten gesubsidieerd worden, subjectsubsidie in plaats van objectsubsidie. Hij vindt dat de regering daarom met de grootste prioriteit de subjectsubsidie “conditional cash transfer’ moet invoeren waarvoor reeds een leningsovereenkomst is gesloten met de IDB van USD 30 miljoen.