Marga Werkhoven is niet meer onder ons. Op 1 juli 2013, de dag van de herdenking van 150 jaar Emancipatie, werd ze tot hoger leven opgeroepen. Ze heeft met haar boek over Surinaamse orchideeën een voor Suriname klassiek geworden stuk wetenschappelijke literatuur achtergelaten, dat ons blijvend aan haar zal blijven herinneren. Margaretha Werkhoven werd in 1946 in Driebergen, Nederland geboren. In 1963 kwam ze voor het eerst naar Suriname als stagiaire biologie van de Rijksuniversiteit van Utrecht. Na haar afstuderen kwam ze in 1969 weer naar Suriname, en is er in principe sindsdien gebleven. Als autochtone Nederlandse nam ze in 1978 de Surinaamse nationaliteit aan en heeft die tot haar heengaan behouden. Ze ging steeds braaf naar de Nederlandse ambassade in Paramaribo om die “bakra’s” om een visum te vragen voor bezoeken aan Nederland. Ze heeft als docent Biologie aan de Universiteit van Suriname, ons land ook vaker meerdere malen vertegenwoordigd op internationale conferenties over biologie, milieu en biodiversiteit. Ze had goede contacten met Nederlandse musea en kon daardoor enkele zeer oude in vorige eeuwen verzamelde monsters en data naar het Surinaams herbarium terugkrijgen. Ook met het Amerikaanse Smithsonian Institute had ze goede contacten opgebouwd. Iets wat haar echter nooit echt gelukte, was het kwijtraken van het Nederlands accent. Ze sprak Sranan, maar steeds met het Hollandse accent, waardoor een Sranan krachtterm bij haar bijna klonk als een compliment. Ik sprak ooit met haar over de naam van een Surinaamse vogel die de onfatsoenlijke naam had van “Dagoe-ka”, een naam die zelfs in boeken werd gebruikt. Ik vond dat er een nettere naam voor dat beest verzonnen moest worden, ondanks het ingeburgerd zijn van die eerste naam. Ze vroeg of ik een nieuwe naam in gedachten had. Ik stelde toen spontaan, maar schertsend en totaal niet gehinderd door kennis van Grieks of Latijn de volgende namen voor, in plaats van Dagoeka: 1. Hondus Kakatus of 2. Canis Scheitisimus. Marga ontstak in een grote schaterlach, niet op zijn Hollands, maar puur Surinaams. De vogel heeft intussen wel een echte Latijnse naam. Marga ging veel en graag naar het veld en het binnenland. Daarbij waren er veel meer mannen in de ploeg voor transport en dergelijke. In die tijd waren er geen Hollandse stagiaires, dus een blanke vrouw in het binnenland viel wel op. Als men in het bijzijn van haar in het Sranan vroeg “San a bakra meid disi e kon du dja”, ging ze zelf naar de vragensteller toe, om hem gedecideerd in het Sranan uit te leggen, dat ze er als Surinaamse voor hard werken was en dat zij dezelfde inzet op zijn gebied van hem verwachtte. Ze was een lopende encyclopedie van Surinaamse planten en deels ook voor dieren en ze heeft daarbij ook meer dan 2.500 Surinaamse planten beschreven. Mijn grootse dank ben ik haar echter verschuldigd voor haar houding tijdens een proces in de rechtszaal, waar ik bij betrokken was. In 1986 kreeg ik als docent van de universiteit ongevraagd bezoek van een hoge militair met zijn assistent. Ze wilden mij spreken over antirevolutionaire uitlatingen die ik tijdens colleges gedaan zou hebben, volgens hun informant. De hoge militair heeft mij daarbij binnen mijn werkkamer mishandeld, daarbij gedekt door zijn gewapende assistent. Zeven getuigen verklaarden bij de politie, dat zij de militair en zijn assistent in mijn kamer hebben zien gaan. Marga Werkhoven verklaarde, dat zij werkend in de kamer ernaast niets had gezien, maar wel het botsen van massa’s tegen kasten heeft waargenomen, vanuit mijn vrijwel altijd stille kamer. Enkele getuigen werden door de militaire politie, die destijds opsporingsbevoegdheid had, thuis bezocht. Na verslag daarvan aan hun medegetuigen verklaarden alle zeven getuigen in de rechtszaal, met de hoge militair in de beklaagdenbank, dat zij totaal niets gezien hadden. Niemand herkende de betreffende militair, ook niet de persoon die, naar later bleek, met hem op dezelfde school had gezeten. De enige die stug vast bleef houden aan haar verklaring was Marga Werkhoven. Ze was niet bang en wilde steeds dat rechtvaardigheid en waarheid zegevierden. De militair werd vrijgesproken! De politieman die het onderzoek leidde is later dood, met kogelgaten in zijn hoofd bij het monument van de gevallenen aangetroffen. De student die de tip gaf, werd jaren later ook aan de Waterkant dood aangetroffen. In het bijregister van condoleance heb ik Marga alsnog bedankt voor haar moed, om haar verklaring destijds, die haar ook het leven had kunnen kosten. Marga heeft door ziekte haar promotie tot doctor in de natuurwetenschappen niet kunnen afronden. Laten we hopen dat haar enorme bijdrage aan de wetenschap in Suriname alsnog mag leiden tot een posthuum eredoctoraat in welke faculteit dan ook. Ze heeft dat volgens vele veldacademici ruimschoots verdiend. Laten we haar met veel orchideeën en zingende vogels uitwuiven, en moge zij in vrede rusten.
Drs. E.G. Monsels