Wie is verantwoordelijk voor de stad Paramaribo?

Met de nieuwe koers die diplomatieke betrekkingen van Suriname zijn opgegaan is de noodzaak voor ons land gegroeid om een economie in te richten die zelfstandig het nationale sociaal-economische programma kan financieren. Het toerisme moet daarin een belangrijke rol spelen. Het toerisme in Suriname is tot nu toe sterk gefocust op natuur. Een deel van de Surinaamse diaspora keert terug en besteedt geld in het land omdat ze steeds moeten terugkeren naar de plaats waar hun ‘kumba t’e’ begraven ligt. De generatie buitenlanders van Surinaamse komaf die naar Suriname moet afreizen zal afnemen in de loop der jaren, vanwege een zich verwaterende binding. Om het toerisme een grotere push te geven zal Suriname nieuwe toerismeproducten moeten ontdekken en daarin investeringen moeten plegen om deze te kunnen ‘branden’. Wat opvalt is dat de Surinaamse toerisme-industrie nagenoeg geen aandacht besteedt aan de Surinaamse geschiedenis. De Surinaamse geschiedenis is een verkoopbaar product. De binnenstad van Paramaribo is een historisch erfgoed. Alle straten en vele gebouwen hebben een geschiedenis die herkenbaar gelinkt is aan de Europese geschiedenis. Met relatieve gemak kunnen documentaires en brochures worden gemaakt om toeristen in historische toers rond te leiden. Het presidentieel paleis moet daarin bijvoorbeeld betrokken worden en grote historische kathedralen en kerkelijke gebouwen. De historische Paramaribo-toers voor toeristen moet gestalte krijgen in Suriname. Het ministerie van TCT heeft een belangrijke taak om dit te coördineren. Gemakkelijk zal het evenwel niet gaan. Ten eerste moet er een overtuigend respect bestaan bij een aantal Surinamers in en vooral buiten de sector voor de Surinaamse geschiedenis. Vanuit het onderwijs wordt de Surinaamse geschiedenis niet als een erfgoed gepresenteerd, iets om trots op te zijn. Wanneer er liefde en respect is voor de Surinaamse geschiedenis, zullen we dat ook willen vertellen aan de toeristen, met name als onderdeel van de kennismaking met ons. Paramaribo telt een aantal historische monumenten, waarvan de geschiedenis overzichtelijk speciaal voor toerismedoeleinden moet worden vastgelegd. Het Minov en specifieker gezegd leerkrachten zien geschiedenis als een vak dat onderwezen moet worden omdat het in het curriculum is opgenomen en omdat dat voorlopig het beroep is. Vanuit de politiek en de regering moet nu meer aandacht worden besteed aan het besef over een Surinaamse geschiedenis. Er is veel gebeurd in Suriname en de monumenten moeten behouden, geconserveerd en economisch uitgebuit worden met als accent behoud van die monumenten.
We noemden Minov en TCT, maar om Suriname als historische stad te kunnen ‘branden’, moet iemand verantwoordelijk zijn voor de stad Paramaribo. Dat kan een of meerdere dc’s zijn, maar een burgemeester zou vanwege het belang en de meerdere functies van Paramaribo niet slecht zijn. Het burgemeesterschap zou moeten betekenen onder meer dat Paramaribo onderhevig wordt aan een zekere kwaliteitsstandaard, vooral waar het betreft gebouwen en het bedrijfsleven. Wat we in Suriname merken is dat ondernemers het stadsbeeld mede bepalen en dat is ook zo in de meeste steden. Maar dat gezicht moet gestuurd en bepaald worden vanuit de regering. Zo moeten bedrijven in Paramaribo representatief ingericht zijn. De aanduidingen van de namen van bedrijven moet duidelijk en representatief zijn.
De representativiteit van handelsbedrijven moet streng worden bewaakt. Er zijn bedrijven in Suriname die het goede voorbeeld geven, maar er zijn ook groezelige Chinese zaken waar het stinkt midden in Paramaribo, waar de economie de stad probeert te exploiteren. Groezelige stinkende winkels met verlepte uithangborden moeten verbannen worden uit Paramaribo. Onze historische stad moet bewaakt worden en alle ondernemers die in het historisch gedeelte een zaak draaien moeten voldoen aan hoge kwaliteitsstandaarden, ook de etenszaken. Men kan veel beter draaien als de representativiteit en hygiëne hoog zijn. Chinese zaken en ook warungs moeten begeleid worden en TCT schiet daarin schromelijk tekort.
Al met al moeten Paramaribo en ook andere plaatsen verkoopbaar worden gemaakt in het belang van de economie en het toerisme. Dc’s moeten daarbij het voortouw nemen en kijken naar voorbeelden van de grote wereldsteden. Ook de ondernemers moeten het braak terrein van toerisme ontsluiten. De basis daarvan moet zijn respect voor de geschiedenis en de overheid heeft daarin nog veel huiswerk te maken.
 
 

error: Kopiëren mag niet!