Met veiligheidshelmen op en laarzen aan ploeteren de mannen zich een weg in het overwoekerde gedeelte van voormalig suikerplantage Mariënburg. De regen valt met bakken naar beneden, maar dat weerhoudt de mannen niet om zich te bewegen naar de plek waar de spoorbaan loopt. Op 3 juni is het onderzoeksteam in opdracht van de Stichting Hindoestaanse Immigratie (SHI) gestart met de zoektocht naar het massagraf van 1902.
Met een poclain wordt zorgvuldig de hoge begroeiing verwijderd. ‘Maandag beginnen we de tracés te maken langs de toenmalige spoorbaan’, zegt teamleider en archeoloog Benjamin Mitrasingh. De regen heeft het gebied drassig gemaakt, waardoor de werkzaamheden langzaam vorderen. Ontevreden is hij niet. ‘Als we de tracés hebben gemaakt, dan begint het echte werk.’ De archeoloog vertelt dat volgens de geschiedschrijving de lijken van de doodgeschoten contractarbeiders in 1902 op de spoorbaan zijn vervoerd. ‘Zo ver dat ze vanuit het rietdepot niet meer zichtbaar waren.’ Het gaat om een spoorlijn van 2 tot 3 kilometer. De noordbaan (de weg langs de brede kreek) is al schoon. Donderdag gaan de schoonmaakactiviteiten door en verwacht wordt dat tegen vrijdag de hele baan is vrijgemaakt van de hoge begroeiing. De arbeiders zullen dan de vermoedelijke locatie openkappen.
De Nederlandse archeoloog, die vanuit de Nederlandse ambassade voor dit onderzoek ter beschikking is gesteld, zal zich tegen volgende week ook aansluiten bij het team. Veel van de werkzaamheden die nu worden verricht, zijn erop gericht om de weg naar de vermoedelijke plek vrij te maken. Het graf zou langs de spoorbaan zijn gegraven. Op 30 juli 1902 zijn 17 Hindoestaanse contractarbeiders in koelen bloede doodgeschoten door militairen. De contractarbeiders hadden daags voor het bloedbad de toenmalige directeur van de plantage, James Mavor, doodgekapt. Al geruime tijd broeide het op de plantage van onvrede over de behandeling en betaling van de contractarbeiders. Mavor wilde de rietprijs niet verhogen en viel de vrouwen van de arbeiders lastig. Toen de militairen vanuit Frederiksdorp naar Mariënburg kwamen om de daders van de moord op Mavor op te halen, weigerden de contractarbeiders deze over te dragen. Ze kwamen in verzet, wat ertoe leidde dat er gericht op hen werd geschoten. 17 arbeiders kwamen direct om, terwijl enkele anderen daarna overleden. De 17 arbeiders zijn in een massagraf begraven op het terrein van Mariënburg. Volgens verslagen is er ongebluste kalk op de lichamen gegooid, waardoor deze niet meer te vinden zouden zijn.