Een politiek analist, die in geheimhouding zijn mening geeft aan Dagblad Suriname, zegt dat de minister van Buitenlandse Zaken, Winston Lackin, al te vaak de indruk wil wekken alsof de internationale gemeenschap zal vergaan als Suriname er niet bij is. ‘Een ieder die een beetje kennis heeft van de wereldgebeurtenissen weet dat Suriname nergens een rol van betekenis speelt op geen enkele internationale fora vanwege haar slechte staat op alle internationale rankschikkingen. Zelfs binnen de Caricom niet, welke de kleinste gemeenschap is in de wereld. Neem bijvoorbeeld het recent bezoek van de Amerikaanse vicepresident Joe Biden en de Chinese premier XI Jinping. Zij brachten primair een bezoek aan Trinidad and Tobago, waar zij eerst alleen aparte gesprekken en een volle werkdag hebben gehad van de Trinidadiaanse premier, Kamla Persad-Bissessar.’
‘Het belang van Trinidad voor de VS en China ligt onder andere in aardgas, olie, democratie, welvarendheid en al het overige waarnaar een land uitkijkt voor goed partnerschap. Alle overige Caricomleiders, waaronder ook onze president en gevolg, mochten de twee machthebbers ontmoeten in een gezamenlijk overleg. Dus alles op een hoop net een half uur voor een ieder, daarna een foto schieten voor eigen lokale consumptie. Nu is de president naar Haïti, een van de armste landen ter wereld en het armste land op het westelijk halfrond. Nu zegt men dat men voor zaken gaat en dat Haïti geïnteresseerd is in onze rijst, en men gaat voor een luchtvaartverbinding. Als dat nu een president moet doen, heeft die mogelijk bitter weinig te doen in eigen land of gaat hij voor de beelden die gewezen gaan worden van een ‘groot’ ontvangst.’
Als Haïti rijst wil, kan die het afnemen bij iedere Surinaamse rijstexporteur, zolang ze betalen. Dat is echt niet moeilijk en ingewikkeld. De vraag is, willen onze rijstproducenten die overigens beneden maat produceren ten opzichte van Guyana wel zaken doen met Haïti. Haïti is op zoek naar goedkope rijst, want het is arm. De prijs van rijst wordt bepaald door de wereldmarkt. Dus wenst Haïti het onder de wereldmarktprijs te krijgen. Dat wil zeggen dat onze president, Haïti moet subsidiëren door de Surinaamse exporteur het verschil te laten betalen. En dan gaat onze president voor een luchtverbinding. Dat kan de luchtvaartmaatschappij de SLM zelfs afhandelen, zover zij de verdiensten inzien. Overigens er was eerder een vliegverbinding tussen Suriname en Haïti. Men zou moeten nagaan waarom het is mislukt. De grootheidswaanzin is zeer kenmerkend van het huidige kabinet. Men wil ook een consulaat openen op Haïti. Daar gaan weer kosten mee gepaard, die het volk zal betalen, terwijl de simpele huishoudensrekeningen niet tijdig betaald kunnen worden.’
De politiek analist zegt dat de president een tegenbezoek brengt, omdat hij was uitgenodigd door de Haïtiaanse president op basis van beleefdheid. Daar houdt het op. Echter hoeft men niet veel te verwachten dan ‘gebakken lucht’, met alle kosten op rekening van de Surinaamse bevolking door een volledig vliegtuig en gevolg mee te nemen.