‘Concurrentie is gezond, maar ons land en Guyana kunnen elkaar op economisch gebied aanvullen.’ Dat zegt ambassadeur Manorma Soeknandan die in Guyana is gestationeerd. De samenwerking zal volgens de diplomaat op het gebied van de private sector moeten plaatsvinden. Als voorbeeld haalt ze het toerisme in Jamaica aan. Dat land zal blijkbaar een grote hoeveelheid aan ananas nodig hebben. Behalve dat transport een bottleneck is, kan het voorkomen dat een land niet aan de vraag kan voldoen. In dat geval zouden een Surinaams en een Guyanees bedrijf elkaar kunnen aanvullen.
De samenwerking hoeft niet alleen op agrarisch gebied te zijn. Ook in de visserijsector kan er een mate van coöperatie met ons buurland op gang gebracht worden. ‘We kunnen samenwerken, maar dan moeten we wel rekening houden met standaarden en kwaliteit.’
Als de ambassadeur haar aandacht volledig op Suriname vestigt, zegt ze dat het tijd wordt om eens goed na te gaan welke producten Caricom-landen importeren die niet in het Caribisch gebied worden geproduceerd. Het zullen dan overwegend agrarische producten zijn waarbij Suriname dan kan inspringen. Soeknandan denkt aan kersen, manja’s en pompelmoes. ‘Kunnen we dat niet zelf tot halffabricaten of eindproducten maken en exporteren?’