Soerinderdath P. en Rathna R., respectievelijk de stiefvader en moeder van het 10-jarig slachtoffer, worden verdacht van het plegen van een zedenmisdrijf met een minderjarige. Deze zaak wordt door de rechter apart behandeld. Rathna is eerder op vrije voeten gesteld. Zij wordt van medeplichtigheid verdacht. Uit verklaringen van het meisje blijkt dat de moeder haar partner Soerinderdath bijgestaan heeft bij het plegen van seksuele handelingen met het kind.
In beide zaken hadden de advocaten behoefte om getuigen te horen. In de zaak tegen Soerinderdath waren de moeder en een andere getuige gedagvaard. De vrouw van het verkrachte meisje verscheen niet. De zaak vond geen voortgang, omdat de zaakofficier, Carmen Rasam, vanwege bijzondere omstandigheden niet aanwezig kon zijn.
In de zaak tegen Rathna R. zou er ook een getuige worden gehoord. Ook die zaak is verdaagd. De behandeling van beide zaken vindt nu plaats op 10 juni. De vermoedelijke pedofiel verklaarde dat hij een pandit is. Echter blijkt dat hij niet als zodanig ergens staat ingeschreven.
Saskia Bandhan