De Caribische regio staat voor een cruciaal moment. Premier Mia Mottley van Barbados heeft een dringende brief gestuurd aan de Amerikaanse president Donald Trump, waarin ze waarschuwt voor de gevolgen van handelsbeperkingen voor de Caribische economie.
Florida speelt hierin een sleutelrol als doorvoerhaven voor voedsel, medicijnen en essentiële goederen.
Maar door mogelijke tarieven stijgen de kosten voor containers tot wel $4.000, wat niet alleen de Caribische eilanden raakt, maar ook de logistieke sector in Florida.
Een test voor handel en vriendschap
Mottley wachtte niet af tot senator Marco Rubio haar zorgen zou overbrengen. Ze ging rechtstreeks naar Trump, de enige met de macht om de tarieven te schrappen. Haar actie toont leiderschap: ze verdedigt haar regio krachtig en laat de wereld zien of de VS écht een bondgenoot is.
Want vriendschap blijkt pas als het wat kost.
Waarschuwing: Afhankelijkheid is gevaarlijk
Het Caribisch gebied is te afhankelijk van geïmporteerd voedsel, zoals kip en cassave. Een FAO-rapport bevestigt dit al sinds 2006. Maar deze afhankelijkheid is geen toeval—het is het gevolg van IMF- en Wereldbankbeleid. Structurele Aanpassingsprogramma’s (SAP’s) dwongen landen tot:
Afschaffing van landbouwsubsidies (waardoor lokale boeren verzwakten).
Handelsliberalisering (waardoor buitenlandse producten de markt overspoelden).
Privatisering (waardoor essentiële sectoren in buitenlandse handen kwamen).
Het resultaat? Een neokoloniaal systeem waarin Caribische landen vastzitten in een cyclus van import.
De oplossing: Zelfvoorziening
Mottley’s brief is een wake-up call. De echte oplossing ligt niet in Washington, maar in Caribische grond. Landen moeten:
Strategische gewassen massaal verbouwen (zoals cassave en rijst).
Regionale samenwerking versterken om kosten te drukken.
Onbenut land herontwikkelen voor landbouw.
Conclusie
Onafhankelijkheid gaat niet alleen om vlaggen, maar om het voeden van je bevolking. Het Caribisch gebied heeft de grond, het talent en de zon. Nu nog de daadkracht. Of wachten we tot een volgende crisis ons wakker schudt?