Volgens minister Henri Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur heeft het departement te maken met ernstige financiële uitdagingen.
“Het ministerie heeft te maken gehad met de incorporatie van 3.500 SRD voor de leerkrachten in het onderwijs. Daarnaast zijn de salarissen in twee rondes verhoogd met respectievelijk 15% en 5%, wat heeft geleid tot een enorme stijging van de salariskosten binnen het ministerie. Deze verhogingen zijn onderdeel van het regeringsbeleid om terug te geven aan de samenleving, inclusief de leraren. Als gevolg hiervan zijn de salariskosten tot ongekende hoogtes gestegen”, aldus de bewindsman tegenover lokale media.
Volgens Ori werden aan het eind vorige maand, toen alle acties gevoerd werden om de salariskosten en overuren terug te brengen en te verwerken in het systeem van de salarisadministratie, de documenten doorgestuurd naar het ministerie van Financiën voor de uitbetalingen. “Op dat moment kregen wij te horen dat er sprake was van een overschrijding. Dit leidt ertoe dat er een gat ontstaat in de begroting. Sommigen stellen dat het ministerie budgetneutraal moet opereren, maar in de praktijk is dat onrealistisch.”
Volgens Ori kan een ministerie met bijna 17.000 medewerkers, waar een loonsverhoging van 20% is doorgevoerd en extra kosten voor lesuren moeten worden betaald, nooit volledig budgetneutraal functioneren. Volgens de bewindsman werd op tijd door de salarisadministratie gesignaleerd dat er in maart nog eens 20 miljoen SRD extra nodig zou zijn om problemen te voorkomen.
“Hierop hebben wij een brief opgesteld en overleg gevoerd met de minister van Financiën en de president. Er werd afgesproken dat voor de maand maart deze extra 20 miljoen SRD beschikbaar zou worden gesteld om de overschrijding op te vangen. Echter, toen de salarisadministratie de cyclus van maart voorbereidde, trad er plotseling een stagnatie op. Er werden instructies gegeven om de betalingen stop te zetten vanwege een overschrijding van de toegestane tijd. Dit leidde ertoe dat, toen de salarissen van de leerkrachten werden uitbetaald, er ontevredenheid ontstond. Leerkrachten hadden de verwachting dat hun achterstallige lesuren en andere opbouw correcties uitbetaald zouden worden, wat niet gebeurde”, legde Ori uit.
Volgens hem moet nu zorgvuldig worden geanalyseerd hoe de salarisadministratie deze situatie heeft ervaren en hoe dit in de toekomst kan worden verbeterd.
“Het is belangrijk om in gesprek te blijven met alle betrokken partijen en een structurele oplossing te vinden voor deze financiële uitdagingen.”
