Consumenten merken het steeds vaker: puntbroden worden kleiner, terwijl de prijs hetzelfde blijft. Dit fenomeen, bekend als shrinkflation, leidt tot frustratie bij kopers, die voor hetzelfde geld minder brood krijgen. Bakkers hebben echter goede redenen voor deze aanpassing.
Door de stijgende kosten van grondstoffen zoals meel, energie en arbeid kunnen ze hun winstmarge niet altijd behouden door simpelweg de prijs te verhogen. In plaats daarvan verkleinen ze de porties, wat minder opvalt dan een directe prijsstijging. Dit bespaart hen geld zonder dat klanten direct afhaken.
Ondertussen blijven puntbroden, vooral in landen zoals Suriname, een geliefd product. Daar worden ze op traditionele wijze bereid met tarwebloem, gist, suiker, melk en boter, waardoor ze zoeter en luchtiger zijn dan de Nederlandse variant.
Het deeg wordt in driehoeken gesneden en gebakken tot een goudbruin, zacht brood dat vaak wordt gecombineerd met gerechten zoals bakkeljauw.
Hoewel de grootte van puntbroden krimpt, blijft de populariteit ervan onverminderd hoog – al zouden consumenten liever zien dat ze waar voor hun geld krijgen.