Rentes 1-maandse en 3-maandse TD’s  schieten omhoog

De rentes van de termijndeposito’s (TD’s) met looptijden van respectievelijk 1 maand en 3 maanden zijn sinds begin deze maand plotseling flink omhoog geschoten. Na in de eerste week van februari onder de 10 procent te zijn gedoken, zijn de rentes van de 1-maandse en 3-maandse TD’s sinds 5 maart weer gaan stijgen. Bij de veiling afgelopen week noteerde de 1-maandse TD’s een rente van 23,6 procent, en die van de 3-maandse TD’s 41,1 procent. 

Dit duidt erop dat de hoeveelheid geld (SRD’s) in omloop aan het toenemen is. De algemene banken spelen hierop in en bieden bij de TD-veilingen hogere rentes aan voor hun beleggingen. Het hoogste renteaanbod de afgelopen week voor de 1-maandse TD’s was 25 procent en die voor de 3-maandse TD’s 45 procent.

Overmatige geldhoeveelheden in omloop is een voorname bron van inflatie. De wekelijkse TD-veilingen die de Centrale Bank van Suriname (CBvS) sinds juli 2021 onder de algemene banken houdt, zijn bedoeld om overliquiditeiten in het bankensysteem af te romen. Het uiteindelijke doel is om de inflatie te bedwingen en onder controle te houden en daarmee de ontwikkelingen op het wisselkoersen front. 

In januari en februari lag de gemiddelde wisselkoers voor de USD volgens de noteringen van de Centrale Bank respectievelijk op SRD 35,26 en SRD 35,53. Vanaf deze maand is de koers over de grens van SRD 36 gegaan. Afgelopen vrijdag sloot de koers van de USD op SRD 36,41.  

Rente 1-weekse TD’s

De rente van de 1-weekse TD’s is bij de veiling afgelopen week stabiel gebleven, ver onder de 10 procent. De 1-weekse TD-rente noteerde 6,8 procent. Ten opzichte van de week daarvoor is dit een daling van 1 procentpunt. In de meeste gevallen wordt de rente van de 1-weekse TD’s als graadmeter gehanteerd om de stabiliteit van de geldhoeveelheid in omloop aan te geven. Echter de flink omhoog geschoten rentes van de twee andere TD-instrumenten (1-maandse en 3 maandse TD’s) duiden erop dat er kennelijk ook een andere kant is aan het verhaal. 

Bij de veiling de afgelopen week bedroeg het aangekondigde veilingvolume SRD 2 miljard. De algemene banken waren in de gelegenheid om biedingen te plaatsen ter waarde van SRD 650 miljoen voor het 1-weeks TD-instrument, SRD 750 miljoen voor het 1-maands TD-instrument en SRD 600 miljoen voor het 3-maands TD-instrument.

De algemene banken hebben voor het 1-weeks TD-instrument SRD 880 miljoen geboden, waarvan SRD 650 miljoen is toegewezen. Voor het 1-maands TD-instrument is er SRD 672,4 miljoen geboden, welke volledig is toegewezen. Voor het 3-maands TD-instrument is er SRD 687,5 miljoen geboden, waarvan SRD 600,- miljoen is toegewezen door de Bank. In totaal is uiteindelijk een bedrag van SRD 1.922,4 miljoen opgehaald om tijdelijk vastgebonden te worden.

Verhoogde uitgaven overheid

Uit de weekbalans van de Centrale Bank voor de week 28 februari tot en met 7 maart valt af te lezen. dat de hoeveelheid bankbiljetten in omloop van SRD 9.290 miljoen (bijna SRD 9.3 miljard) is gestegen naar SRD 9.525 miljoen (afgerond SRD 9,5 miljard). Uit de cijfers blijkt dat deze stijging vooral toe te schrijven is aan de gestegen bedragen op zowel de gewone en als de bijzondere rekeningen van de Staat.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft in de voorbije verslagen van de kwartaalevaluaties van het economisch herstelprogramma telkens erop gewezen op het belang van een strakke begrotingsdiscipline van de overheid. 

Hoewel er sprake is van een zekere mate van macro-economische stabiliteit, is deze zeer fragiel. Dit heeft te maken met overheidsuitgaven ten opzichte van de overheidsinkomsten. 

Met het oog op de verkiezingen is de drang bij de overheid zeer groot om meer uitgaven te doen, terwijl de inkomsten achterblijven. Volgens het IMF-programma moet het primaire saldo op de overheidsbegroting niet meer dan 2,7 procent zijn van het BBP (Bruto Binnenlands Product). Deze primaire saldo doelstelling is bij de IMF-evaluatie van het laatste kwartaal vorig jaar niet gehaald. Het primaire saldo is het verschil tussen inkomsten en uitgaven, exclusief uitgaven aan rentelasten. 

Onzekerheid rond begroting 2025

Ondertussen is er ook grote onzekerheid ontstaan rond de overheidsbegroting voor het huidige dienstjaar 2025. Die is nog steeds niet goedgekeurd door de Nationale Assemblee. Ook is gebleken dat de recent aangekondigde verhoging van sociale voorzieningen niet is meegenomen in de conceptbegroting 2025. Dus technisch gezien is het geld voor de verhoogde AOV en andere verhoogde sociale uitkeringen er niet. 

Onlangs hebben de VSB (Vereniging Surinaams Bedrijfsleven) en de ASFA (Associatie van Surinaamse Fabrikanten) in een schrijven aan parlementsvoorzitter Marinus Bee met grote bezorgdheid erop gewezen, dat zonder een goedgekeurde begroting er risico’s ontstaan op het gebied van financiële controle, publieke dienstverlening en het vertrouwen van zowel lokale als internationale investeerders.

De onzekerheid rond de begroting kan negatieve gevolgen hebben voor de investeringsbereidheid en de economische groei van Suriname. De VSB en de ASFA roepen op tot een snelle en verantwoorde besluitvorming omtrent de begroting voor 2025.

error: Kopiëren mag niet!