Suriname moet technische assistentie VN aanvragen tegen femicide

Suriname heeft op 8 maart, de internationale Dag van de Vrouw, herdacht onder zeer drukkende omstandigheden. Daags ervoor zijn op identieke wijze 2 vrouwen vermoord door hun partner in de huiselijke sfeer. Rond deze tijd hebben mannen ook op social media ok hun mening gegeven waarom het gerechtvaardigd moet zijn om vrouwen met geweld te brengen in de richting van respect voor de man en gewenst en correct gedrag. Hiermee is het thema van femicide op de politieke agenda gekomen. 

Het blijkt in Suriname niet alleen te gaan om een cultureel vraagstuk waar de eer van de macho man boven alles staat, maar inmiddels ook om een algemeen vraagstuk van de openbare gezondheidszorg. In Suriname hebben we vrij regelmatige gevallen van femicide, het patroon is helder: het is allemaal in de relationele sfeer. De aanslagen op de vrouw worden gepleegd tijdens uit de hand gelopen ruzies waar er in die relaties bepaalde uitgedijde grenzen zijn van toelaatbaar en getolereerd gedrag. De aanslagen worden ook gepleegd in relatie tot aantasting van de eer van de man, dus waar zijn mannelijkheid volgens de daders in het geding komt, wanneer een vrouw besluit om te kappen met een relatie en aansluitend voort te gaan met een andere. 

Er zijn in Suriname voorlichtingscampagnes geweest, al een hele tijd terug, dwars door alle regeringen heen, maar die hebben geen impact op het gedrag omdat het geen cultuur shift teweeg heeft kunnen brengen. De kringen waar het dodelijk geweld plaatsvindt, is in een context van het algemeen toepassen van geweld als middel om uiting te geven aan ontevredenheid, van het opkomen en beschermen van jezelf en het oplossen van geschillen. Die cultuur van geweld is ingebed in de cultuur van subgroepen van vooral bepaalde bevolkingsgroepen in Suriname. De bevolkingsgroepen waar dit naar het schijnt het minst voorkomt zijn de inheemsen, de Surinaams-Javaanse bevolkingsgroep en de boeroe’s, die van nature een liberale opvatting hebben over relaties en ook minder in de algemene context hun toevlucht nemen tot geweld in de huiselijke en sociale sfeer. 

De cultuur van geweld tegen vrouwen in de groepen waar het meestal voorkomt is gelinkt aan levensstijl zoals alcohol- en drugsmisbruik, culturele concepties over de vrouw (die gehoorzaam en volgzaam moet zijn), de eer van de man en concepties over falende mannelijkheid en dus eerwraak. Eerwraak en eermoorden komen ook voor in bijvoorbeeld de culturen van het nu islamitische Midden-Oosten en ook van Pakistan. 

De ondergeschiktheid van de vrouw en concepties over de superioriteit van de machtige mannelijkheid komen voor in Afrikaanse culturen op het continent. Die hebben allemaal nog impact op de Surinaamse subculturen. 

Het probleem van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, ook tegen kinderen, moet in de afgelopen periode zijn onderzocht, maar programma’s van de overheid die penetreren tot in de gemeenschappen waar dit geweld voorkomt, bestaan heden te dage niet. Oorzaak daarvan is de ‘disconnect’ die er is tussen de overheid en haar afdelingen en (per-)consultants met de instituten die impact hebben op het leven en het gedrag van de subculturen. We denken dan aan de geestelijken op het grass-roots-niveau, de traditionele medicijnmannen en genezers, de lokale politici en artiesten en de verschillende volksmuziekgroepen. 

Wij denken dat de intolerantie die er bestaat tegen lgbt-groepen in het land ook gelinkt is aan het geweld in de huiselijke sfeer van de man naar de vrouw. Het heeft allemaal een grondoorzaak: de absolute macht van de mannelijkheid die nooit ter discussie moet staan. Suriname is een mooie multi-etnische samenleving waar er geen minderheid bestaat. De inheemsen zijn in aantal het minst, maar het is geen minderheid. Geen enkele groep in Suriname is superieur aan de kleinste groep, dat past niet in de Surinaamse context, daargelaten dat er vanwege geografische ligging en concentraties hardnekkige achterstanden zijn bij bepaalde groepen.

Wij denken niet dat de achterstanden bestaan omdat het om die bepaald groepen gaat, want er zijn in Suriname geen tegenstanders bijvoorbeeld van goed onderwijs aan bepaalde groepen. De achterstanden bestaan puur vanwege wanbestuur, gebrek aam managementcapaciteiten bij de overheid om diensten op maat te leveren aan moeilijke geografische gebieden. Dat geldt voor het binnenland, voor Marowijne, voor Saramacca en ook voor Nickerie. 

De groepen die het meest in de Surinaamse context zonder overheidsinterventie kunnen surviven zijn ogenschijnlijk de inheemsen, de boeroe’s, de marrons en de Surinaams-Javaanse groep. 

De twee gevallen van femicide vlak voor 8 maart 2025 houden de overheid een spiegel voor. Suriname wordt door de commissie die de implementatie van  het Vrouwenrechtenverdrag monitort, steeds gewezen op het wezenlijk probleem van femicide in Suriname. Ons land kan technische assistentie aanvragen bij de VN om eindelijk een 20 jarenplan dat politiek-overstijgend is af te spreken. Daarvoor zijn er financien buiten Suriname aan te boren.

De targetgroep zijn de mannen van Suriname en de menselijke invloeden die op hen van toepassing zijn. Suriname moet het probleem erkennen en zich open stellen voor technische hulp.          

error: Kopiëren mag niet!