Op het Kerkplein te Paramaribo staat er een monument voor de musicus Helstone. De meeste voorbijgangers lopen achteloos verder zonder enig besef te hebben van de verdiensten die deze grote zoon van Suriname voor Mama Sranan gehad heeft op het gebied van de muziek. Ook buiten onze grenzen en met name in Duitsland, geniet Helstone bekendheid. De Nationale Volksmuziekschool heeft besloten de componist/musicus wederom voor het voetlicht te halen. Dit gebeurde door het organiseren van een concert op dinsdag 30 april 2013 in Thalia.
De Stichting Ilse Boon Fonds heeft dit gebeuren financieel mogelijk gemaakt. De officiële voornamen van Helstone zijn Nicodemus Johannes, maar hij noemde zichzelf “Johannes Nicolaas Helstone”. In de volksmond stond hij bekend als “Masra Klaas”. Hij werd geboren op 11 januari 1853 te plantage Berg en Dal. Helstone studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Leipzig, waar hij in 1894 cum laude afstudeerde. Ondanks vele aanbiedingen om in het buitenland te werken, verkoos Helstone in zijn geboorteland te blijven wonen en te arbeiden. Zijn favoriete instrument was het klavier (piano). Hierop werden zijn composities geboren.
Zij beroemdste creatie, waarmee hij tot buiten onze grenzen bekendheid verwierf, was: “Het Pand Der Goden” (opera).
“Op 24 april 1927 sliep onze componist in knielende houding zachtkens in” (citaat Kerkbode in het programmaboekje van het concert).
De Nationale Volksmuziekschool slaagde erin een indrukwekkend orkest van bijkans vijftig musici op de been te brengen met Riëlle Mardjo en Bud Gaddum als dirigenten.
De arrangementen, orkestraties en programmasamenstelling zijn van Waldemar Ong Alok. Het orkest werd ondersteund door het gemengd koor Troki onder leiding van dirigent Harold Telgt en koorschool Kokriki Plus onder leiding van Mavis Noordwijk, welke beide koren ook goed waren voor ongeveer vijftig personen.
Het podium van Thalia leek te klein voor het imposante aantal musici en zangers en dreigde uit zijn voegen te barsten onder het muzikale geweld (in positieve zin) dat zich op en boven haar planken afspeelde. Het orkest bestond uit studenten en docenten van de Nationale Volksmuziekschool aangevuld met enkele gastspelers. Vrijwel alle instrumenten die voor een symfonieorkest benodigd zijn, leken aanwezig te zijn. Opvallend was vooral de grote vioolsectie bestaande uit zowel zeer jeugdige als oudere violisten. De organisatoren hebben knap werk verricht. Zij zijn erin geslaagd van deze melange van spelers van verschillend niveau, toch een harmonisch geheel te maken. Het concert werd ademloos beluisterd door het goed opgekomen publiek dat de duur van bijkans een uur duidelijk te kort vond. Na het einde bleven velen zitten, blijkbaar wachtend op meer!
Het optreden van Geoffri Bel, steracteur van On Stage (Richard III), gaf het geheel een bijzonder karakter. In een door Karin Lachmising geschreven en door Helen Kamperveen geregisseerde monoloog beeldde Geoffri op schitterende wijze enkele hoogtepunten uit het leven van Helstone uit. Dit gebeurde simultaan met het spelen van het orkest, echter zonder dat de gesproken teksten de muziek hinderden.
Prachtige theatrale vondst van On Stage! Het is wel jammer dat een dergelijke muzikale en dramatische krachttoer slechts als éénmalig bedoeld was.
Ik doe een dringend beroep op de organisatie om meerdere uitvoeringen te verzorgen vooral voor de oudere schooljeugd.
Sponsors voor een dergelijk cultureel hoogstandje kunnen zeker worden gevonden. Als het in Thalia gepresenteerde op onze Carifesta gebracht zou worden, ben ik ervan overtuigd dat ons land een goede indruk op het publiek zou maken.
In ieder geval is Helstone op waardige wijze herdacht en de organisatie heeft ervoor gezorgd dat ik mijn hart verpand heb aan “Het Pand der Goden”.