Ruim 90 procent van de bloemen en planten die lokaal verhandeld wordt, is afkomstig van de import. Ondernemers in de sierteeltsector lijden daar sterk onder en kunnen door de wijdverbreide import hun bedrijfsactiviteiten niet behoorlijk tot ontwikkeling brengen. De bloemen en plantenstands waren een trekpleister op de Agrobeurs, maar het was voor honderd procent volledig import en geen lokale sierteelt. Tuinbouwdeskundige Prem Binda zegt aan Dagblad Suriname dat er per week 100 dozen met snijbloemen worden geïmporteerd uit Nederland. ‘In een doos zitten 500 rozen, hetgeen betekent dat er op weekbasis ruim 50.000 snijbloemen worden geïmporteerd. De import neemt jaarlijks toe, vorig jaar was het aantal veel minder. Nota bene zijn de geïmporteerde bloemen niet van topkwaliteit’, zegt Binda. Ze worden op de veiling in Nederland gekocht voor 10 eurocent per stuk. ‘Kwaliteitsrozen zijn ministens 60 eurocent per stuk.’ De tuinbouwdeskundig zegt dat er een levendige handel is in importrozen, sierplanten en palmen.
‘De ontwikkeling is desastreus voor de ondernemers die lokaal telen. Slechts 10% van wat lokaal geteeld wordt, is bestemd voor de export en dat is triest. Vrijwel iedereen die aan de teelt deed, doet nu aan import. Je maakt snel geld en je hebt geen gedoe met het krijgen van tuinbouwgrond, om te starten met de lokale teelt of om uit te breiden. Importerende sierteeltbedrijven hebben ook minder stress met het vinden van arbeiders. De bottleneck zit vooral in het verkrijgen van grond’, zegt Binda. ‘Het is zeer moeilijk om aan grond te komen om een bedrijf te beginnen. Er is geen beleid op dit vlak dat startende ondernemers stimuleert. Dit heeft als resultaat dat slechts twee bedrijven exotische bloemen uit Suriname exporteren. Een ander gevolg is dat steeds meer sierteeltondernemers stappen uit de lokale teelt en beginnen met het verhandelen van geïmporteerde bloemen.’