De Surinaamse regering heeft een wijzigingsvoorstel ingediend voor de Ontwerpwet Raamwet Collectieve Rechten Inheemse Volken en Tribale Volken. De wet heeft als doel de collectieve rechten van inheemse en tribale volken, zoals de marrons, wettelijk te erkennen en te beschermen. Dit is een belangrijke stap in de erkenning van hun traditionele leefgebieden en culturele rechten, maar er blijven zorgen over de mate waarin de wet voldoet aan internationale mensenrechtenverdragen.
Belangrijke punten uit de wet
- Erkenning van collectieve rechten: De wet erkent expliciet de collectieve rechten van inheemse en tribale volken op hun traditionele woon- en leefgebieden. Dit omvat het recht op gebruiks- en genotsrecht van deze gebieden, hoewel dit wel ondergeschikt blijft aan artikel 41 van de Grondwet, dat stelt dat natuurlijke hulpbronnen eigendom zijn van de natie.
- Rechtspersoonlijkheid voor gemeenschappen: De wet kent rechtspersoonlijkheid toe aan de gemeenschappen, waardoor zij juridisch handelingsbekwaam worden. Dit betekent dat zij bijvoorbeeld aanvragen kunnen indienen voor collectieve grondenrechten. De gemeenschappen zullen worden vertegenwoordigd door hun traditionele bestuurssystemen.
- FPIC-principe (Free, Prior and Informed Consent): De wet legt de basis voor het FPIC-principe, wat inhoudt dat gemeenschappen voorafgaand aan projecten in hun gebied vrij, vooraf en geïnformeerd toestemming moeten geven. Dit is een belangrijk internationaal rechtelijk principe, vooral in het kader van exploitatie van natuurlijke hulpbronnen.
- Billijk aandeel in opbrengsten: De wet erkent het recht van gemeenschappen op een billijk aandeel in de opbrengsten van concessies of andere rechten die worden verleend in hun traditionele gebieden. Deze opbrengsten zullen worden gestort in een speciaal fonds voor de gemeenschappen.
- Evaluatie van de wet: Binnen vijf jaar na inwerkingtreding van de wet moet een evaluatie plaatsvinden om de effectiviteit en praktische gevolgen van de wet te beoordelen. Dit biedt de mogelijkheid om de wet aan te passen aan veranderende omstandigheden.
Tekortkomingen ten opzichte van internationale verdragen
Ondanks deze positieve ontwikkelingen, zijn er enkele belangrijke tekortkomingen in de wet ten opzichte van internationale verdragen, met name de VN Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volken (UNDRIP):
- Niet-bindende status van UNDRIP: De wet erkent dat de UNDRIP niet bindend is onder de Surinaamse Grondwet. Dit betekent dat de rechten die in de UNDRIP zijn vastgelegd, zoals het recht op zelfbeschikking en het recht op land, niet automatisch afdwingbaar zijn in Suriname. Dit is een belangrijk manco, omdat de UNDRIP juist bedoeld is om de rechten van Inheemse volken wereldwijd te beschermen.
- Beperking door nationale wetgeving: De wet stelt dat de rechten van inheemse en tribale volken ondergeschikt zijn aan de Grondwet en andere nationale wetten, zoals artikel 41, dat stelt dat natuurlijke hulpbronnen eigendom zijn van de natie. Dit kan leiden tot conflicten tussen de belangen van de staat en de rechten van de gemeenschappen, vooral bij de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen.
- Gebrek aan duidelijke procedures voor FPIC: Hoewel de wet het FPIC-principe erkent, ontbreken er nog concrete procedures voor de implementatie ervan. Dit roept vragen op over hoe effectief dit recht in de praktijk zal worden toegepast, vooral in het licht van internationale verdragen die een duidelijke en transparante implementatie van FPIC vereisen.
- Rechtspersoonlijkheid en traditionele bestuurssystemen: Hoewel de wet rechtspersoonlijkheid toekent aan de gemeenschappen, blijft het onduidelijk hoe deze rechtspersoonlijkheid precies zal worden uitgevoerd in de praktijk, vooral gezien het ontbreken van statuten en winstoogmerk bij de gemeenschappen. Dit kan leiden tot juridische onduidelijkheden en vertragingen bij de erkenning van rechten.
Conclusie
De wijzigingswet is een belangrijke stap vooruit in de erkenning van de rechten van inheemse en tribale volken in Suriname. Het biedt een juridisch kader voor de bescherming van hun traditionele leefgebieden en culturele rechten. Echter, de wet schiet nog tekort in het volledig waarborgen van de rechten zoals vastgelegd in internationale verdragen, met name de UNDRIP. Er is nog werk aan de winkel om ervoor te zorgen dat de rechten van deze gemeenschappen volledig worden beschermd en gerespecteerd, zowel in de wet als in de praktijk.