Oranje uitgejouwd op Abrabroki

In de aanloop naar de nationale verkiezingen besloot een campagneteam van de VHP, vergezeld door drie ministers, huis-aan-huis op campagne te gaan. Helaas voor hen kozen ze de buurt Abrabroki, een wijk die zwaar is getroffen door de economische neergang en waar inwoners met gerechtvaardigde woede kampen.

Aan het hoofd van deze campagne stonden de ministers Riad Nurmohamed, Krishna Mathoera en Henry Ori. Ondanks hun positie en ervaring hadden ze eerder een olifantenhuid nodig dan hun gebruikelijke politieke overtuigingskracht om de vloedgolf van scheldwoorden en vernederingen te doorstaan.

Een van de bewoners, zichtbaar gefrustreerd door de situatie, sprak de ministers direct aan. “Als jullie het lef hebben om nog een keer in deze buurt te verschijnen”, riep hij, “dan zullen jullie zien wat er gebeurt.” 

Hoewel subtiel dreigend, was de boodschap duidelijk: de bewoners van Abrabroki voelen zich in de steek gelaten en willen dat gehoord worden.

Het is te verwachten dat deze felle reacties zich als een olievlek door andere delen van het land zullen verspreiden. Zelfs in de meer gematigde buurten is er een groeiend gevoel van onvrede. Hoewel inwoners daar misschien hun woede meer inhouden, zijn ze het nog steeds oneens met de huidige politieke koers.

De openbare aftrap van de straatcampagne heeft een sombere toon gezet voor de VHP. De ontmoeting in Abrabroki is een krachtig signaal dat de partij serieus moet overwegen hoe ze in contact blijft met de bevolking. De bruggen die ze in de verkiezingsperiode wil bouwen, lijken nu meer dan ooit noodzakelijke constructies.

error: Kopiëren mag niet!