“Bij iedereen komt er een punt achter. Er is nu een punt achter gezet, en wij die nog leven, moeten doorgaan. Het land kunnen we niet laten stilstaan, we moeten het naar een hoger niveau brengen. Dat ligt niet alleen aan Brunswijk of aan een ander; het ligt aan ons allemaal, aan alle Surinamers.”
Zo heeft vicepresident Ronnie Brunswijk woensdag gesteld. Volgens Brunswijk is het nu officieel bekend waar oud-president Desi Bouterse al negen maanden lang was. Maar dat is niet relevant; het was allang bekend. “Suriname is klein, daarover wil ik verder niets zeggen”, sprak de vicepresident.
Over de uitvaart van Bouterse gaf Brunswijk aan; “Vanaf dag één heb ik contact gehad met de familie, en ik zou een uitnodiging krijgen. Je weet hoe ik ben: als ik gewoon Brunswijk was, zou ik gewoon gegaan zijn, ook al had ik geen uitnodiging. Maar als ik niet ben uitgenodigd en je hoort geluiden dat je moet komen, dan blijf ik afwachten. Als de familie of de organisatie me daar niet wilde, dan wil ik uit respect voor hen niet gaan. Omdat de familie me niet heeft uitgenodigd, ben ik uiteindelijk niet gegaan. Als ik daar zou zijn geweest, had ik wel een plek nodig, want het is niet zomaar: “Ga daar zitten.” Ik ben niet meer een gewone burger; ik ben de vicepresident.”
Brunswijk zei wel onder de indruk te zijn van de manier waarop de samenleving afscheid heeft genomen van de oud-president. “Ja, absoluut. Daarom zeg ik dat ik er graag bij had willen zijn. Ik ben enorm onder de indruk, en hij verdient het. Hij is een volksleider. Ik ben daar vaak geweest bij de familie Bouterse. Ik was lijfwacht van Dino en Peggy en heb ze allemaal naar school gebracht. Dus ja, ik wilde erbij zijn. Maar wat hij van de gemeenschap en de samenleving heeft gekregen, vind ik heel correct en passend”, aldus Brunswijk woensdag.