Het Food Basket project dat door de regering is geïntroduceerd biedt basisvoedselpakketten aan kwetsbare gezinnen tegen een gereduceerde prijs. Er heerst echter enige controverse over de vraag of dit project als een vorm van concurrentie voor lokale winkeliers kan worden gezien, of dat het juist een voordeel biedt voor de samenleving als geheel.
Enerzijds zien sommige winkeliers het project als oneerlijke concurrentie. Doordat de regering in staat is om de voedselpakketten te subsidiëren, kunnen veel lokale ondernemers niet concurreren met de lage prijzen die worden aangeboden. Dit kan leiden tot een afname van klanten en mogelijk zelfs tot sluiting van kleine buurtwinkels.
Aan de andere kant biedt het project aanzienlijke voordelen voor gezinnen met lage inkomens.
Conchita, moeder van 4 kinderen zegt dat het voor haar niet uitmaakt wat de regering doet, als zij maar een beetje voordelig kan inkopen om eten op tafel te zetten.
Het stelt hen in staat om toegang te krijgen tot essentiële voedingsmiddelen, wat de voedselzekerheid verbetert en helpt de armoede te verlichten. Daarnaast kan het lokale voedselproducenten steunen, mits de goederen lokaal worden ingekocht.
Dinesh noemt het een VHP stunt en zegt dat de bevoorrading niet optimaal geschiedt en verschillende locaties zijn vaak gesloten. Hij geeft aan dat het beter zou zijn de prijzen in de vele bestaande winkels in evenwicht te brengen voor essentiële levensmiddelen.
Het is essentieel dat de regering samenwerkt met lokale ondernemers om een balans te vinden, zodat zowel kwetsbare gezinnen als lokale bedrijven profiteren van dit goedbedoelde initiatief.
