Naast het opzetten van een profcompetitie voor de topploegen van het land, zal het bestuur Krishnadath indien ze gekozen worden veel aandacht geven aan de Lidbonden. Onder andere zal er een deel van de jaarlijkse Fifa-bijdrage van US$ 250.000 ook gaan naar de districten, terwijl de Lidbonden ook inspraak krijgen bij het bepalen van het beleid bij de SVB. De jeugdcompetities van de bonden zal nieuw leven ingeblazen worden. Dit vertelt Keshopersad Gangaram Panday, secretaris van Randjiet Boys, die mede-campagneleider is van de lijst onder leiding van John Krishnadath. Deze zal vanavond de strijd aangaan met de lijst John Defares bij de bestuursverkiezingen van de SVB. Volgens Gangaram Panday is het beleid in al die jaren vanuit de top van de SVB bepaald. De Lidbonden hadden weinig inspraak. ‘Op dit moment hebben we onze beleidsintenties al kenbaar gemaakt, als we winnen zullen we samen met alle leden het beleidsplan van de komende 4 jaren op papier zetten’, legt hij uit.
Aan de 20 ondersteuners geeft hij als boodschap mee dat ze niet moeten ingaan op loze beloften. Ook roept hij een ieder op om als eenheid te gaan voor de ontwikkeling van ons voetbal. ‘Maak niet uit van welke groep je bent. Sport moet centraal staan’, zegt Gangaram Panday. Volgens hem hebben de 20 leden die de lijst Krishnadath schriftelijk ondersteund hebben, voldoende tijd gehad om de beleidsintenties van lijst Krishnadath door te nemen. ‘Daarna hebben ze getekend voor ondersteuning. We hebben ze voorgehouden hun voorkeur eerst binnen hun eigen gelederen te bespreken en te komen met een gedegen standpunt.’ Er zijn nog een aantal leden die achter ons staan, doch niet schriftelijk hun ondersteuning hebben vastgelegd. ‘Ze zeggen dat ze bang zijn voor politieke rancune, als ze hun keuze openlijk bekendmaken.’
Gangaram Panday zegt dat als vanavond mocht blijjken dat bij het stemmen de leden van mening veranderen, er zeker wat mis is gegaan met hun gedachtengang na gesprek met de andere groep. ‘In dat geval laten we wat daartoe heeft geleid zeer zeker over aan hun geweten.’