Mogelijkheden om Surinaamse grensgeschillen op te lossen – Deel 1

Door Mr Dr Lachman Soedamah

1. Historische achtergronden van de grensconflicten 

Wat zijn de historische achtergronden van de grensconflicten die Suriname heeft met zijn buurlanden? Tussen Suriname en Guyana wordt getwist over de juiste grens hoewel die volgens beide landen samenloopt met de rivier de Corantijn. Het grensdispuut in het zuiden gaat over het betwiste gebied dat ligt tussen de Boven-Corantijn en de Coeroenirivier. Voor Suriname is de Boven-Corantijn de grensrivier, terwijl de Guyanezen de Coeroeni hanteren. Over de grens met Frans-Guyana aan de andere kant van Suriname, gaat het om vraag wat de bovenloop is van de Marowijne. 

Volgens de Fransen is dat de Litani terwijl Suriname de stroom die Marowini wordt genoemd als grensrivier hanteert. Deze grenskwesties zijn een erfenis uit het koloniale verleden. In de zestiende en zeventiende eeuw zijn geheel Guyana of delen ervan afwisselend bezet en beheerst door Spanjaarden, Nederlanders, Engelsen, Fransen en Portugezen. Hun belangstelling gold alleen de kustvlakte, waar zij aan de rivieroevers hun plantages aanlegden. In de bijna onbewoonde en voor hen ondoordringbare binnenlanden waren zij niet geïnteresseerd. Daarom werden alleen in de kustvlakte grenzen afgebakend tussen de verschillende kolonies. 

Sinds 1816 was Suriname ononderbroken Nederlands. In 1831 vormden de voormalige Hollands-Zeeuwse kolonies Essequibo, Demerara en Berbice de Britse kolonie Brits-Guyana. In mei 1966 werd Brits-Guyana onafhankelijk van Engeland en werd de ‘Co-operatieve Republiek van Guyana’ geproclameerd, kortweg Guyana genoemd. 

Op 25 november 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland. Evenals bij Guyana het geval was werden de onopgeloste grenskwesties, waaronder die met Guyana, door het voormalige moederland overgeheveld naar de jonge republiek. Als onafhankelijke staten zullen Suriname en Guyana nu zelf de van hun koloniale mogendheden geërfde grensproblemen dienen op te lossen. Evenals bij Guyana ligt de historische basis voor het grensgeschil tussen Suriname en Frans-Guyana (Frankrijk) in de koloniale geschiedenis van de Guyana’s, waar Europese ondernemingen zich vestigden met weinig aandacht voor exacte grenzen en de positie en belangen van de bevolking. 

Uit gegevens blijkt dat de Marowijnerivier in de loop van de zeventiende eeuw in het algemeen kan worden beschouwd als de oostelijke grens van het Nederlandse Guyana. Dit gebeurde, omdat de Nederlanders stilzwijgend de Fransen hadden toegestaan commerciële handelsmissies en militaire buitenposten te bouwen op de rechteroever van de rivier. De Nederlanders stonden deze Franse ingreep toe als een extra middel om te voorkomen dat slaven ontsnapten. In 1836 besloten de Nederlandse en de Franse regering hun gemeenschappelijke grens te regelen en kwamen zij overeen dat de Marowijne hun kolonies zou verdelen vanaf het Caribisch gebied-Atlantische Oceaan tot zijn oorsprong in de bergen van de Braziliaanse grens. Maar waar deze grens precies lag was onduidelijk. 

2. Ontstaan en verdere ontwikkeling van de betreffende conflicten Zoals reeds vastgesteld liggen de grenzen van Suriname met enerzijds Guyana en anderzijds Frans-Guyana nog steeds niet definitief vast. Voor wat de grens met Guyana betreft kwamen de gouverneurs Van Sommelsdijck en Van Peere in 1686 een grensovereenkomst overeen volgens welke de grensscheiding tussen Suriname en Guyana door afpaling midden door het gebied tussen de Corantijn en de Berbicerivier werd aangegeven. 

Eind 1799 sloten de twee tijdens het Britse koloniale bewind nog in functie zijnde Nederlandse gouverneurs een nieuwe grensovereenkomst. In deze overeenkomst tussen beide Nederlandse gouverneurs van twee op dat moment onder Britse bescherming staande koloniën, werd de grens verlegd naar de westoever van de Corantijn. De westoever bleef de grens bij de vorming van Brits Guyana in 1831. Nadat de Duitser Robert Schomburgk in opdracht van de Britse regering de rivier de Coeroeni ontdekte, veronderstelde hij dat dit de bovenloop van de Corantijn was. Sindsdien verschijnt op kaarten deze Coeroeni als grens tussen Suriname en Brits Guyana. Ongeveer dertig jaar later, in 1871, ontdekten de Engelse geologen Charles Barrington Brown en James Sawkins, die eveneens werkten in opdracht van de Britse regering, dat de Corantijn, ten zuiden van de Frederik Willem IV-watervallen, voortkomt uit twee bronrivieren: de Coeroeni en een andere rivier die breder, dieper en langer blijkt te zijn dan de Coeroeni. Die rivier werd op Engelse kaarten New River genoemd. 

Ondanks deze ontdekking bleven de Engelsen zich baseren op de geografische gegevens van Schomburgk en namen zij in 1899 officieel het standpunt in dat de Coeroeni de grens was. Nederland protesteerde hiertegen omdat het de New River, de rivier met het grootste debiet, als grens beschouwde en in 1965 ging de Surinaamse regering ertoe over de als New River bekend staande hoofdbronrivier van de Corantijn officieel aan te duiden als Boven Corantijn. 

Op 26 mei 1966 werd Guyana onafhankelijk en eiste het de New River Triangle op. De daad werd bij het woord gevoegd en het Guyanese leger viel het gebied binnen en veroverde het op 19 augustus 1969. Tijdens een gezamenlijke bijeenkomst te Chaguaramas in Trinidad in 1971 kwamen Suriname en Guyana overeen hun legers terug te zullen trekken uit het betwiste gebied. Helaas werd deze afspraak niet nageleefd. Het Guyanese leger bleef achter en het probleem bleef onopgelost. Na de onafhankelijkheid herhaalde Suriname zijn claim op het betwiste gebied. Er werden bijeenkomsten gehouden door de ministers presidenten van Suriname en Guyana en mogelijke oplossingen voor het grensprobleem werden besproken. In plaats van het oplossen van de bestaande grensproblemen ontstond er een nieuw maritiem geschil. Suriname gaat uit van 10° oost van het ware noorden vanaf Punt No. 61 door de territoriale zee en Guyana maakt aanspraak op 34° oost van het ware noorden door de territoriale zee. 

(Deel 2 in Dagblad Suriname van morgen)

error: Kopiëren mag niet!