Vicepresident Bharrat Jagdeo van Guyana heeft onlangs twijfels geuit over de effectiviteit van het plan van de Surinaamse president, Chandrikapersad Santokhi, om royalty’s uit de olie-inkomsten direct aan de burgers uit te keren.
In zijn toespraak op de Surinaamse Onafhankelijkheidsdag had Santokhi aangekondigd dat elke burger zal profiteren van de olie-inkomsten, met een voorstel waarbij een bedrag van US$ 750 wordt gestort op spaarrekeningen met een jaarlijkse rente van zeven procent.
Jagdeo benadrukteechter dat dit geen contante uitbetaling inhoudt, zoals het geval is met Guyana’s subsidieregeling van $100.000. Volgens hem krijgen Surinamers in de toekomst enkel een aandeel in de inkomsten, dat pas uitbetaald zal worden als de eerste olie in 2028 wordt geproduceerd.
Ondertussen heeft Suriname belangrijke stappen gezet in de onderhandeling over gunstigere voorwaarden voor hun oliecontracten. Het land behaalde een royalty van 6,25% en een belastingtarief van 36%, in vergelijking met Guyana’s kleinere 2% royalty en geen belasting.
Jagdeo waarschuwt dat de vergelijking tussen beide landen misleidend zou kunnen zijn en benadrukt het belang van een reëel begrip van de toekomstig geprojecteerde voordelen voor Surinaamse burgers. Met deze aankondigingen blijft het onderwerp van olie-inkomsten en hun distributie een heet hangijzer in zowel Suriname als Guyana.