Volgens het nieuwste rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is de loonongelijkheid sinds 2000 in ongeveer twee derde van de landen afgenomen, maar blijven wereldwijde loonverschillen aanzienlijk. Ondanks een stijging van de reële lonen door verminderde inflatie, verdienen de laagstbetaalden slechts 0,5% van de wereldwijde loonsom, terwijl de top 10% bijna 38% verdient.
Opkomende economieën ervaren sterkere loongroei dan geavanceerde landen, hoewel ongelijkheid hoog blijft, vooral in lage-inkomenslanden. Vrouwen en werknemers in de informele sector worden het zwaarst getroffen.
Het rapport roept op tot versterking van loonbeleid en structurele maatregelen om rechtvaardige groei te bevorderen. Aanbevelingen omvatten sociale dialoog bij loonvaststelling en focus op gelijke kansen. Het aanpakken van de oorzaken van lage lonen, zoals informaliteit en lage productiviteit, is essentieel voor inclusieve economische groei.