In de Vallei der Koningen in Egypte waren de Britse archeologen Howard Carter en Lord Carnarvon op 26 november 1922 de eerste zielen die in meer dan 3.000 jaar het graf van koning Toetanchamon betraden.
De verzegelde grafkamers van Toetanchamon waren wonderbaarlijk intact en binnenin bevond zich een verzameling van enkele duizenden onbetaalbare voorwerpen, waaronder een gouden kist met de mummie van de tienerkoning.
Toen Carter in 1891 voor het eerst in Egypte aankwam, waren de meeste oude Egyptische graven ontdekt en de meeste daarvan waren in de loop van de millennia hopeloos geplunderd door grafrovers.
Carter was echter een briljante opgraver en in de eerste jaren van de 20e eeuw ontdekte hij de graven van koningin Hatsjepsoet en koning Toetmosis IV. Koning Toetanchamon werd in 1333 v.Chr. gekroond toen hij nog een kind was. Hij stierf tien jaar later op 18-jarige leeftijd en maakte dus slechts een vage indruk op de geschiedenis van het oude Egypte.