De Nationale Assemblee heeft dinsdag een aanvang gemaakt met de behandeling van de ontwerpwet Instelling Kinderombudspersoon. Met de instelling van het ambt van onafhankelijke en onpartijdige Kinderombudspersoon wordt beoogd het stelsel van bescherming van het kind te verruimen.
In de praktijk blijkt hierin een grote behoefte te bestaan. Het wetsontwerp voorziet in een vorm van rechtsbescherming van kinderen, met name het behandelen van klachten. De taken en bevoegdheden van de Kinderombudspersoon worden ook daarin geregeld. Er komt een Kinderombudsinstituut die als werkarm zal fungeren voor de Kinderombudspersoon.
De Kinderombudspersoon heeft een toezichthoudende taak. Hij of zij controleert of de kinderrechten worden nageleefd. De Kinderombudspersoon is bevoegd klachten te ontvangen en te onderzoeken en advies te geven aan bestuursorganen en privaatrechtelijke organisaties. Middels klachten die kinderen raken, kan inzicht worden verkregen in probleemsituaties, knelpunten en bestaande structurele tekortkomingen.
Als bestuursorganen worden aangemerkt de regering als zodanig bestaande uit de president, de vicepresident en de Raad van Ministers. Deze top bestuursfunctionarissen worden elk afzonderlijk ook als bestuursorganen aangemerkt. Andere bestuursorganen zijn directeuren van ministeries en de districtscommissaris.
VN Kinderechtenverdrag
Met de instelling van de Kinderombudspersoon wordt uitvoering gegeven aan het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het kind. Dit verdrag werd in 1989 door de Verenigde Naties aangenomen. Suriname is sinds 1993 parij in dit VN-verdrag.
In het rapport over Suriname van het VN Comité voor Kinderrechten van 30 september 2016 staat expliciet als aanbeveling opgenomen het opzetten van een Kinderombudsbureau.
De Kinderombudspersoon zal worden benoemd en ontslagen door de president. Bij de uitoefening van zijn taak laat de Kinderombudspersoon zich bijstaan door actieve participatie van de Jeugdraad Suriname.