Een Nederlands advocatenkantoor, ILFT, heeft de Iraanse olie-industrie geholpen Amerikaanse sancties te ontlopen. Via Surinaamse dochterondernemingen beheerde het kantoor een tankervloot die miljarden aan olie exporteerde.
De eigenaar, Masoud Taheri, ziet zichzelf als dienstverlener, ondanks Amerikaanse beschuldigingen van betrokkenheid bij de financiering van organisaties als Hamas en Hezbollah. De VS plaatste onlangs drie van Taheri’s bedrijven op de sanctielijst. Tankers zoals de Tifani, onderdeel van de Iraanse ‘spookvloot’, verbergen hun bewegingen via manipulatie van volgsystemen en verschepen olie naar landen als China. Deze handel leverde Iran minimaal $10 miljard op, terwijl Suriname als vrijplaats diende om de UBO-registratie te omzeilen.
Taheri ontkent betrokkenheid van het Iraanse staatsbedrijf NIOC en maakt zich geen zorgen over verdere sancties.
Opmerking van de DBS-redactie:
Het bericht van BNR-Nederland wekt de indruk dat Suriname een criminele staat is die betrokken is bij oliesmokkel. Ons land heeft echter een bilaterale relatie met Iran. Tijdens de regering-Bouterse schonk Iran tractoren aan Suriname ter ondersteuning van de landbouw. Dat bedrijven vanuit Suriname zaken doen met Iran, is normaal.
De sancties van de VS tegen Iran, ook betreffende olie-export, vallen onder hun wetgeving. Bedrijven die zaken doen met Iran kennen de gevolgen ten aanzien van de VS. De Amerikaanse regering heeft inmiddels een waarschuwing afgegeven voor in Suriname gevestigde bedrijven.
De Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken heeft terecht aangegeven dat zakendoen kan, maar dat de gevolgen van de VS voor die bedrijven zijn. Een soortgelijke sanctie heeft de VS ook tegen Venezuela voor olie-export. Hierdoor kan Suriname geen gebruik maken van voordelige olie uit Venezuela voor de bevolking. Tijdens de regering-Bouterse ondersteunde Venezuela Suriname met kunstmest en olie onder de PetroCaribe-overeenkomst.
